Goedemorgen!

Iedere ochtend buigt Driek Oplopers zich over het nieuws om daarna een lastige vraag te stellen. Vandaag over de blinde vlek van Gerdi Verbeet.

Veel kritiek op mijn column waarin ik de heer Wilders de oren was. Ik zou een linkse idioot zijn, en mijn ogen sluiten voor de problemen die allochtonen veroorzaken. Enzovoort enzovoort. Maar...

Natuurlijk, Wilders legt de vinger op de zere plek. Dat zeg ik ook. Maar in zijn reacties daarop en oplossingen daarvoor, vliegt 'ie uit de bocht. "De Islam is een achterlijke godsdienst" vind ik een schandalige opmerking.

En opmerkingen over de hoofddoekjestax mag een cabaretier maken in het theater, en een politicus in de krant. Maar niet in de Tweede Kamer! Ons parlement is bedoeld om op een
serieuze manier het land te besturen. Dit soort opmerkingen van achter het spreekgestoelte in ons parlement mag niet worden afgedaan als aandachtstrekkerij of provocatie om het debat aan te jagen. Nee, een door een politicus in de Kamer gedane uitspraak heeft per definitie een politieke lading. En daarom dient de heer Wilders te vuur en te zwaard bestreden te worden, en is een vergelijking met de NSB niet zo ongepast als zij op het eerste gezicht lijkt.

Vergelijk maar eens: Hans Teeuwen maakt de Jostiband met de grond gelijk. Prima (of je van dat soort grappen houdt, is vers twee). Een politicus die in de Tweede Kamer stelt dat die Down-sukkels het straatbeeld ontsieren: het hele land zou te hoop lopen! En terecht.

Kan kamervoorzitter Verbeet mij even uitleggen, waarom ze wel ingrijpt wanneer een politicus een collega beledigt, maar het gewoon laat passeren als een politicus een hele bevolkingsgroep schoffeert?