CD: Goose - Synrise

De energetische waarde van de debuutplaat van Goose, Bring It On, is als muzikale kernfusie. Godskolere, wat een beuk-, hak-, schreeuw-, race-, feest- en springfestijn is dat! De schijf verdwijnt hier nog heel regelmatig in de cd-speler na een vermoeiende week werk, als er nog uitgegaan moet worden. Zo'n after-dinner-dip moment na een vrijdagmiddagborrel en avondeten is zo verholpen met een kwartiertje Goose op vol volume. Beproefd recept en het werkt nog steeds, vandaar ook dat ik deze Zuiderburen eigenlijk alleen maar associeerde met exotherme beuk-electro.

Gelukkig dat het debuut zo kon beklijven, want het duurde namelijk meer dan vier jaar voordat de opvolger in de schappen lag. Herfst 2010 zou er een nieuw oeuvre beuk-electro komen was de verwachting. Maar bij de eerste draaibeurt van de opvolger Synrise was het even slikken. Een tweede blik op de promo-schijf bevestigde dat het om de nieuwe Goose ging. Waar is de opgekropte kracht, de klap voor je kanis, de dampende stampmuziek? Die is zo goed als verdwenen blijkt, maar is dat erg? Dat is in den beginne even jammer ja, zeker als je er jarenlang op gehoopt hebt. Maar hoe meer Synrise gedraaid wordt, des te beter gaat hij klinken.

De Kortrijkers zijn zeker een andere weg ingeslagen, maar die kan leiden tot een even mooi uitzicht aan het eind van de rit. Waar we eerst kennis maakten met adrenaline-reizen, is het nu een soort magical mystery tour, die een paar decennia terug in de tijd gaat. Goose gaat op de culturele geschiedenistour als het ware. Zo huurden ze voor de coverart de ontwerper van Pink Floyds Dark Side of the Moon en Mars Volta artwork in. Muzikaal is de plaat een ode aan bands als Depeche Mode, Ultravox en Kraftwerk en knipoogt tegelijktijd nog even naar Underworld en oud house uit Italië.


De titeltrack die de plaat mag openen zet een retro-electro sfeer neer. Het intro licht een tipje van de sluier op van wat gaat komen. Analoge en subtielere synths leiden de drumcomputer in, die nog even mag ontsporen na aftellen van de koebel (We gotta have more cowbell!). Een meeslepende sample, lage drone en een whoohoowhoohooolijntje (ingezongen door Peaches) erover doen de rest. Maar hier komen de experimentele momenten al veelvuldig voor. 'Can't Stop Me Now' slaat een brug met het overdonderende debuut. Schreeuwvocalen, galmende samples en een simplistisch ritmewerk. 'After' sluit vrede tussen oud en nieuw werk en vermengt harde, hoekige beats met vernuftige details die uit een Commodore 64 konden komen, en dit alles in een melodieus jasje.

Jaren tachtig new wave en jaren zeventig electro spelen een voorname rol op de plaat, die in het hoogtepunt 'In Cars' dan ook magistraal samenkomen. Een liefdesbaby van Kraftwerk en Depeche Mode. Goose laat zijn fans even schrikken, maar is uiteindelijk nog overtuigender en volwassener terug dan we hadden kunnen denken.