Celstraf voor verkrachting van minderjarigen in kelderbox

De rechtbank Rotterdam heeft vandaag een 53-jarige man uit Schiedam veroordeeld tot 6 jaar celstraf vanwege het verkrachten van een 13-jarig en een 15-jarig meisje in hun kelderbox.

Ook moet hij de slachtoffers schadevergoedingen betalen van ongeveer 7.000 en 6.000 euro.

Cold case
De verkrachtingen vonden plaats in 2010. In dat jaar en de jaren daarna is uitvoerig onderzoek naar de dader gedaan, maar werd geen verdachte gevonden. In 2020 werd het onderzoek overgedragen aan het cold case team van de Politie Eenheid Rotterdam. Met nieuwe beeldtechnieken werd een hologram van de dader gemaakt die werd getoond in de media en publieke ruimten. Hierdoor kwamen er meer dan 300 tips binnen. Vervolgens werd op vrijwillige basis een DNA-onderzoek bij een aantal geselecteerde mannen uitgevoerd. Hieruit bleek dat het DNA van deze 53-jarige man overeenkwam met het DNA dat eerder bij de meisjes was veiliggesteld.

Verkrachtingen en bewijs daarvan
Op grond van de uitkomsten van het DNA-onderzoek in beide zaken, de overeenkomende werkwijze en de opgegeven signalementen wordt geconcludeerd dat de dader in beide zaken dezelfde moet zijn geweest en dat de verdachte de dader is geweest.

De verdachte heeft zich destijds dus binnen een periode van drie weken schuldig gemaakt aan verkrachting van een (toen) 13-jarig en een 15-jarig meisje. Hij is de meisjes op de fiets naar hun flat gevolgd en is mee naar binnen gegaan de flat in. Hier heeft hij de meisjes hun kelderboxen in gedwongen en onder bedreiging van een mes verkracht en andere seksuele handelingen met hen verricht.
Schade voor slachtoffers en maatschappij

Hij heeft met zijn handelingen enkel oog gehad voor zijn eigen lustgevoelens en heeft zich niet bekommerd om de schade die hij bij de minderjarige slachtoffers aanrichtte. Door zo te handelen heeft de man een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers. Slachtoffers van dit soort ernstige feiten ondervinden daar vaak nog jarenlang last van en de herinnering eraan hindert hen in hun dagelijks bestaan. Dat dit ook bij de slachtoffers in deze zaak het geval is, blijkt uit de onderbouwing van de schadevergoedingsverzoeken en de slachtofferverklaring die tijdens de zitting is afgelegd.

Het behoeft ten slotte geen betoog dat deze verkrachtingen gevoelens van afschuw en verontwaardiging oproepen in de samenleving en dat vrouwen zich hierdoor in zijn algemeenheid minder veilig voelen.

Gezwegen over betrokkenheid
De rechtbank neemt het de verdachte ook in het bijzonder kwalijk dat hij al die jaren heeft gezwegen over zijn betrokkenheid bij de verkrachtingen. Hierdoor leven de slachtoffers al ruim 13 jaar met de angst de dader nog een keer tegen te komen, zeker omdat hij tegen hen had gezegd dat hij wist waar ze woonden. Daarnaast heeft hij tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak geen openheid van zaken gegeven of spijt betuigd.

Straf
Vanwege deze ernstige feiten legt de rechtbank de man een celstraf op van 6 jaar. Bij de bepaling van de duur van de straf is ook rekening gehouden met straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Verder is in strafverzwarende zin onder meer rekening gehouden met het feit dat het om twee minderjarige slachtoffers gaat. Ook is het strafverzwarend dat de delicten hebben plaatsgevonden onder bedreiging van een mes.

De straf is lager dan de officier van justitie heeft geëist, omdat de man is vrijgesproken van twee ten laste gelegde feiten. Zo werd hij ook verdacht van poging tot aanranding van een 13-jarig meisje. Hoewel de rechtbank de verklaring van dit slachtoffer betrouwbaar acht, kan uit de beschreven handelingen niet worden afgeleid of, en zo ja, welk delict de man van plan was te gaan plegen. Daarnaast werd hij verdacht van het witwassen van geld dat in een kluis in zijn woning is aangetroffen. Ook dat is niet bewezen.