Tour de Ski: Diggins en Amundsen vergroten voorsprong, ontknoping nadert

De Tour de Ski, de jaarlijkse etappewedstrijd in het langlaufen, nadert haar ontknoping. In het Zwitserse Davos is de vijfde etappe afgewerkt, een achtervolging in de klassieke stijl over 20 kilometer, met de uitslag van de kwalificatie voor etappe vier als startlijst.

Vrouwen
De omstandigheden voor de vrouwen waren vooral in het begin lood- en loodzwaar: de sneeuw kwam met bakken naar beneden en de Zweedse koploopsters Linn Svahn, Maja Dahlqvist en Johanna Hagström - drie sprintsters - hadden al heel snel door dat het verstandiger was om zich in te laten lopen door de grote groep, met daarbij onder meer de na een val uit de kopgroep gezakte Amerikaanse Tour de Ski-leidster Jessie Diggins.

Lange tijd bleef er zo een forse groep samen, niemand had zin om zich op te offeren en als sneeuwploeg te fungeren. De Amerikaanse Rosie Brennan en Kerttu Niskanen uit Finland waren wel constant het sterkst op de klimmen, zij profiteerden daar optimaal van de gripwax onder hun ski's, tegenover de glijwax - die bergop minder grip bieden maar op het vlakke sneller zijn - van de meeste anderen.

Op de slotklim wisten Niskanen en Brennan zich los te werken van de rest en dit keer bleven ze weg, waarna Niskanen in een sprint der stervende zwanen de sterkste was. Brennan werd tweede, Diggins werkte zich nog knap naar plek drie, voor de Zweedse Junna Sundling en Frida Karlsson en met Heidi Weng uit Noorwegen op de zesde plek.

In het algemeen klassement gaat Diggins nog altijd aan de leiding, haar voorsprong is zelfs gegroeid naar 44 seconden. Niskanen steeg van de achtste naar de tweede plek en liep meer dan een minuut in op Diggins - voor het klassement werd de nettotijd genomen van de achtervolging en Niskanen moest beduidend later starten. Sundling staat op 52 seconden op plek drie, voor Weng (+0:57) en Karlsson (+0:58).

Mannen
De hevige sneeuwval was inmiddels wel voorbij, voorin was het sprintwinnaar Lucas Chanavat uit Frankrijk die in de eerste paar kilometer de leiding had - hij ging vol voor de sprintpunten en liet zich daarna terugzakken. De Zweedse sprinter Edvin Anger hield langere tijd stand met een solo vooraan, maar na een kilometer of twaalf moest hij zich gewonnen geven tegen het grote peloton.

Na zo'n vijftien kilometer begonnen de Noren Martin Løwstrøm Nyenget, Henrik Dønnestad en Tour de Ski-leider Harald Østberg Amundsen het tempo flink op te voeren, maar Nyenget moest het tempo van zijn twee landgenoten al snel laten gaan. Dønnestad en Amundsen gingen op de finish af en na een fraaie sprint was het Amundsen die de snelste bleek - Dønnestad pakte een fraaie tweede plek, Nyenget completeerde het Noorse podium door de Fransman Hugo Lapalus nog nét van diens eerste World Cup-podium af te houden.

Amundsen zag zijn voorsprong in het klassement flink groeien: de sprinters achter hem vielen weg, net als de met ziekte afgehaakte Amerikaan Gus Schumacher, waardoor zijn voorsprong ineens een forse 1:39 minuten op Dønnestad bedraagt. Nyenget volgt eveneens op 1:39 minuten, met Lapalus en de Duitser Friedrich Moch op 1:41 minuten, Beda Klee uit Zwitserland op 1:43 en de Noor Erik Valnes op 1:47.