'Huisoppasser' wil na twee jaar oppassen niet meer weg uit woning

Een conflict over de tijdelijke bewoning van een sociale huurwoning van de Amsterdamse woningcorporatie Lieven de Key heeft tot een gang naar de rechter geleid. De bewoner ging tijdelijk naar het buitenland en liet iemand anders voor een periode van twee jaar in de woning wonen, maar diegene verving de sloten en weigerde te vertrekken. Zo meldt AT5

De bewoner vroeg aan Lieven De Key toestemming om een zogeheten 'huisbewaringsovereenkomst' met de tijdelijke bewoner aan te gaan. Bij huisbewaring mag iemand anders maximaal twee jaar de woning bewonen, terwijl de bewoner afwezig is vanwege bijvoorbeeld werk of studie in het buitenland. De tijdelijke bewoner betaalt dan hetzelfde huurbedrag, maar de oorspronkelijke bewoner behoudt de huurrechten.

Kinderen
Het ging aanvankelijk om de periode van 1 januari 2021 tot en met 1 januari 2022, die na toestemming van Lieven de Key tot en met 31 december 2022 werd verlengd. Maar de tijdelijke bewoner verving de sloten en betaalt daarnaast sinds februari 2023 de huur, 624,73 euro per maand, niet meer. Verder heeft hij zich op het adres ingeschreven in de Burgerregistratie Personen met zijn partner en twee kinderen, waarvan een meerderjarig is.

Degene die eigenlijk in de woning hoorde te wonen kwam terug uit het buitenland en moest, doordat de man niet weg wilde, noodgedwongen met haar drie kinderen (waarvan er twee een beperking hebben) bij een vriendin in huis wonen. Die vriendin heeft zelf ook al vijf kinderen en ze moest door het ruimtegebrek een slaapkamer met haar zonen delen. Omdat de situatie 'niet leefbaar' was, spande ze een kort geding aan. Verder had ze het huurbedrag van de afgelopen maanden zelf moeten betalen aan de woningcorporatie.

Meer tijd
De tijdelijke bewoner zei dat hij een tolk en meer tijd voor juridische bijstand nodig had. De rechter vond dat niet nodig: de man was de Nederlandse taal voldoende machtig en de reden voor het niet hebben van juridische bijstand was enkel geldgebrek. Bovendien was er sprake van een spoedeisend belang. Dat had hij kunnen weten omdat het al op 7 juni in een brief stond.

Verder zei de tijdelijke bewoner dat hij de huurbetalingen sinds februari om een technische reden niet meer kon overmaken naar de bewoner, maar dat omschreef de kantonrechter als 'onbegrijpelijk'. Hij beweerde ook dat hij in het verleden al 3000 euro aan de vrouw had betaald, maar dat gelooft de kantonrechter niet omdat de man het niet onderbouwd had. Volgens de kantonrechter gaat het belang van de bewoner die tijdelijk in het buitenland verbleef voor.

"Zij heeft de zorg voor twee (ernstig) verstandelijk beperkte zonen en een minderjarige zoon en verblijft thans in een woning waar zij volstrekt onvoldoende leefruimte heeft en niet lang(er) kan blijven", schrijft de kantonrechter in het vonnis. "Voorts kan het haar niet worden tegengeworpen dat de gedaagde, buiten medeweten van eiseres om, gedaagde 2, hun minderjarig kind en een meerderjarig kind op het adres van de woning heeft ingeschreven."

De uitspraak werd eind vorige maand gedaan. Hij heeft twee weken de tijd gekregen om te vertrekken, of de man dat al heeft gedaan is niet bekend. Ook moet hij de vrouw 3635 euro aan schadevergoeding betalen.