Meta moet gegevens van anonieme Facebookgebruiker verstrekken

Meta moet gegevens van een anonieme Facebookgebruiker verstrekken aan een man die door deze gebruiker wordt beschuldigd van overschrijdend gedrag. Dat volgt uit een uitspraak van de rechtbank Den Haag in een kort geding dat de man heeft aangespannen tegen Meta. De man wilde ook dat Meta de berichten zou verwijderen, maar die vordering wijst de voorzieningenrechter af.

Anonieme uitlatingen
Een Facebookgebruiker heeft in Facebookgroepen over dating anoniem uitlatingen gedaan over de man. Daarin is te lezen dat hij de intentie zou hebben om vrouwen te gebruiken en daarna te dumpen, hij een pathologische leugenaar zou zijn en hij in het geheim opnamen zou maken van vrouwen. Bij deze uitlatingen zijn twee afbeeldingen van de man geplaatst.

De man stelt dat de verdachtmakingen onwaar en intimiderend zijn en dat hij er veel (reputatie)schade van ondervindt. Hij wil dat Meta de volgens hem onrechtmatige berichten verwijdert. Ook wil hij dat Meta hem informatie verstrekt over de identiteit van de anonieme Facebookgebruiker en over eventuele andere groepen waarin deze gebruiker deze uitlatingen heeft gedaan.

Oordeel rechtbank
De voorzieningenrechter wijst de vordering tot het verwijderen van de uitlatingen af. Meta kan hiertoe alleen worden verplicht als zonder meer duidelijk is dat de verdachtmakingen geen steun vinden in de feiten en openbaarmaking daarvan duidelijk niet gerechtvaardigd was. Deze hoge drempel wordt niet gehaald, omdat zonder verdere informatie niet kan worden vastgesteld dat de beschuldigingen in het geheel geen basis hebben.

Dat neemt niet weg dat de man in de gelegenheid moet worden gesteld om in contact te treden met de Facebookgebruiker en deze op de uitlatingen aan te spreken, oordeelt de rechter. Daarvoor is het noodzakelijk dat Meta hem de identificerende gegevens van deze gebruiker verstrekt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de belangen van de man zwaarder wegen dan die van de (anonieme) Facebookgebruiker en die van Facebook. De vordering tot het verstrekken van informatie over uitlatingen in eventuele andere Facebookgroepen wordt afgewezen, omdat de man daar op dit moment onvoldoende belang bij heeft.