Amsterdam mag dealers uit centrum weren

Amsterdam gaat niet buiten zijn boekje door dealers op te dragen zich niet meer in zogenoemde drugsoverlastgebieden zoals het Wallengebied te vertonen. De verordening die dat mogelijk maakt is niet in strijd met de Opiumwet, oordeelt de Raad van State woensdag in een zaak die door twee mannen was aangespannen.

Burgemeester Eberhard van der Laan (PvdA) had de twee mannen in 2011 opgedragen drie maanden weg te blijven uit een dealeroverlastgebied in het centrum. Het gaat grofweg om het Wallengebied tussen het Damrak en de Nieuwmarkt. De twee waren betrapt op het verkopen van drugs of nepdrugs.

In de Algemene Plaatselijke Verordening staat dat het verboden is 'zich op of aan de weg op te houden als aannemelijk is dat dit gebeurt voor het kopen of te koop aanbieden van drugs of middelen die daarop lijken'. Als iemand dit toch doet, kan de burgemeester iemand opdragen tot drie maanden uit een overlastgebied weg te blijven.

De mannen voerden aan dat de gemeente hiermee de Opiumwet dupliceerde en dus zijn eigen boekje te buiten ging, omdat het rijk over die wet gaat. De Raad van State oordeelt echter dat van het kopiëren van de Opiumwet geen sprake is.

Een soortgelijke zaak viel in juli 2011 juist in het nadeel van de gemeente uit, omdat belangrijke nuances toen anders lagen. Toen bepaalde de Raad van State dat de gemeente geen plaatselijk softdrugsverbod kon instellen omdat softdrugs landelijk al zijn verboden, ook al wordt het bezit ervan wel gedoogd.