Cuba stijgt iets op lijst persvrijheid

Cuba behoort dit jaar voor het eerst niet tot de tien landen waar het volgens Verslaggevers Zonder Grenzen het slechtst is gesteld met de persvrijheid. Nederland behoort al sinds de organisatie in 2002 voor het eerst een ranglijst opstelde tot de zes landen waar de persvrijheid het grootst is. Rwanda en Syrië staan dit jaar voor het eerst bij de laatste tien landen op de lijst.

Dat Cuba op de 178 landen tellende lijst is gestegen dankt het vooral aan de vrijlating van veertien journalisten en 22 dissidenten. Verslaggevers Zonder Grenzen tekent daarbij echter aan dat politieke dissidenten en journalisten in het land nog altijd dagelijks worden geconfronteerd met censuur en onderdrukking. Cuba staat dit jaar op 166.

Finland, IJsland, Nederland, Noorwegen, Zweden en Zwitserland voeren de lijst al sinds het begin aan. Dertien van de 27 lidstaten van de Europese Unie, waaronder België, staan in de top twintig, maar de overige veertien EU-landen komen er niet erg goed vanaf. Italië staat op nummer 49, Roemenië op 52 en Bulgarije en Griekenland op 70.

Eritrea sluit de lijst voor de vierde achtereenvolgende keer af. In dat land zitten dertig journalisten en vier 'medewerkers van de media' in totaal isolement gevangen, 'onder de vreselijkste omstandigheden en zonder enig uitzicht op een proces', aldus Verslaggevers Zonder Grenzen.

De sluiting van 'toonaangevende onafhankelijke uitgaven, het klimaat van terreur rond de presidentsverkiezingen en de moord op adjunct-hoofdredacteur Jean-Leonard Rugambage van Umuvugizi' zorgden ervoor dat Rwanda van nummer 157 daalde naar 169. Rugambage werd doodgeschoten voor zijn huis in Kigali, enkele uren nadat zijn krant in een internetartikel de Rwandese inlichtingendienst in verband had gebracht met de in Zuid-Afrika gepleegde aanslag op een voormalige Rwandese legerleider. In Syrië verdwijnt de persvrijheid volgens Verslaggevers Zonder Grenzen in snel tempo.

In een rapport bij de lijst roept de organisatie China op tot de vrijlating van dissident Liu Xiaobao, die dit jaar de Nobelprijs voor de vrede toegekend heeft gekregen. China staat op de lijst op nummer 171. Ook de drie andere communistische landen in Azië (Noord-Korea, Vietnam en Laos) staan bij de laatste vijftien.

Een bloedbad dat in november vorig jaar werd aangericht in de Filipijnen en waarbij onder anderen dertig journalisten werden vermoord zorgde ervoor dat dit land 34 plaatsen daalde op de lijst, naar nummer 156.

De Verenigde Staten staan op nummer 20, Rusland staat op 140.