Iran erkent spionage bij kerncentrales

Iran heeft zaterdag voor het eerst erkend dat medewerkers van de nucleaire centrales in het land met grote sommen geld zijn overgehaald om te spioneren voor het Westen. De regering zei echter meteen dat er een eind aan de spionage is gemaakt door meer veiligheidsmaatregelen.

Volgens het Iraanse persbureau Fars zei vicepresident Ali Akbar Salehi dat sommige medewerkers van kerncentrales toegang hadden tot informatie over de plannen van Iran voor 'buitenlandse aankopen en commerciële activiteiten'.

"Deze route is nu echter geblokkeerd. Het is nu bijna onmogelijk om informatie te lekken", aldus Salehi. "Onze collega's zijn wakker geworden. Het personeel en de managers zijn tot de conclusie gekomen dat dit een nationale kwestie is en dat we deze problemen onderling moeten oplossen." Hoe lang de spionage zou hebben geduurd werd niet bekendgemaakt.

De opvallende verklaring van Salehi is opnieuw een bevestiging dat Iran bezig is met een strijd tegen spionage in de kerncentrales. De afgelopen week kondigde Iran al aan dat er een aantal spionnen was gearresteerd die informatie over het atoomprogramma probeerden te bemachtigen. Ook werd gemeld dat er werd gestreden tegen een computerworm die de computers van medewerkers van een kerncentrale zou hebben getroffen.

De Verenigde Staten en andere landen proberen het atoomprogramma van Iran te vertragen onder andere door sancties van de Verenigde Naties. Iran wordt ervan verdacht in geheim aan kernwapens te werken, een aantijging die het land ontkent.