Studenten in de rij voor universitaire pabo
De Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs (Alpo) is opgezet door de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht en moet het niveau van onderwijzers op basisscholen verhogen. Studenten die de vierjarige opleiding met succes doorlopen krijgen een lesbevoegdheid in het basisonderwijs.
Ook ontvangen ze een bachelordiploma onderwijskunde, maar de universiteit 'zet alles op alles' om de studenten voor de klas te krijgen, zegt Theo Wubbels, vice-decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen. "Daar hebben we ook de selectie op toegespitst. Er zijn alleen mensen aangenomen die zeggen zeker te weten voor de klas te willen staan."
De populariteit van de eerste universitaire lerarenopleiding is volgens Wubbels te verklaren door een gebrek aan uitdaging die vwo'ers ervaren op de pabo. Ook zag de universiteit bij de studie Pedagogiek veel studenten die eigenlijk voor de klas wilden staan maar daar met hun opleiding niet toe bevoegd waren. "In een zaal met driehonderd studenten hebben we eens gevraagd hoeveel mensen naar deze nieuwe lerarenopleiding zouden gaan als die bestond. De helft stak zijn hand op", zegt Wubbels.
De universiteit is met vijftig studenten begonnen omdat er risico's kleven aan een start van een opleiding met meer eerstejaars. Daarnaast speelt de financiering een rol. De universiteit krijgt volgens Wubbels van het ministerie van Onderwijs een bedrag om drie jaar van de opleiding te bekostigen, terwijl de Alpo vier jaar duurt. Het laatste jaar betaalt de universiteit zelf. Als het kabinet eenderde van de totale kosten extra financiert kan de opleiding uitbreiden naar honderdvijftig eerstejaars en hoeft de universiteit ook niet meer zelf bij te leggen.
