Schelpdiervisserij schaadt beschermde Waddenzee

BinnenlandsHet Waddengebied ondervindt ondanks de status beschermd natuurgebied schadelijke gevolgen van de schelpdiervisserij. Bepaalde trekvogelsoorten zijn in aantal afgenomen.

Dat schrijven onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en de Rijksuniversiteit Groningen in het wetenschapsblad PLoS Biology woensdag. De onderzoekers baseren zich op de kwaliteit van wadplaten als foerageergebied voor kanoeten. Deze trekvogels zijn voor hun voedsel afhankelijk van kokkels, in het wad levende schelpdieren.

Uit het onderzoek blijkt dat het wadoppervlak dat ongeschikt is om voedsel te halen tussen 1988 en 2002 is toegenomen van 66 procent naar 87 procent. Die verslechtering schrijven de onderzoekers toe aan bevissing; alleen in onbeviste gebieden behield het wadoppervlak dat wel voldoet dezelfde omvang.

Wadplaten
De schelpdiervisserij exploiteerde tijdens de onderzoeksperiode driekwart van de wadplaten. Bij schelpdiervisserij gedurende een langere periode verandert echter de samenstelling van de bodem. De bovenste 5 centimeter van de wadbodem wordt omgewoeld. Alle organismen die groter zijn dan 19 millimeter worden daarbij verwijderd. Dat leidt tot een steeds grover sediment, waar schelpdieren uit de Waddenzee zich niet of nauwelijks willen vestigen.

De biodiversiteit in de Waddenzee wordt onder meer beschermd door de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen. Volgens de onderzoekers leidde de verminderde kwaliteit van de kokkels en de afname van het aantal tot een daling van het aantal kanoeten in de Waddenzee. Deze lokale afname kan op zijn beurt de achteruitgang van de gehele Europese populatie verklaren.