Ozonlaag was bijna volledig weg
De ozonlaag was midden jaren zeventig vrijwel volledig vernietigd. Het zou tot een milieucatastrofe zijn gekomen als de industrie broom was gaan gebruiken in spuitbussen en koel- en vriesapparaten in plaats van chloorverbindingen (cfk's).
Dat zegt de Nederlandse Nobelprijswinnaar voor chemie prof.dr. Paul Crutzen in het Britse wetenschappelijke tijdschrift New Scientist dat zaterdag uitkomt.
De scheikundige kreeg de Nobelprijs voor zijn baanbrekende onderzoek naar het gat in de ozonlaag. Deze laag beschermt de aarde tegen schadelijke ultraviolette straling van de zon.
IJsdeeltjes
Chloorverbindingen kunnen de ozonlaag alleen samen met ijsdeeltjes afbreken, daarom zijn de gaten boven de noord- en de zuidpool het grootst. Broom heeft echter geen ijsdeeltjes nodig en zou een sneller en nog verwoestender effect hebben gehad, aldus Crutzen.
In 1987 sprak een groot aantal landen in het Protocol van Montreal af het gebruik van dergelijke schadelijke gassen terug te dringen.
Crutzen zei vorig jaar oktober te verwachten dat de natuur het gat in de ozonlaag over dertig tot veertig jaar heeft 'gerepareerd'. Volgens hem hebben de internationale afspraken succes. Vooral het terugbrengen van de uitstoot van cfk's is gelukt: de productie liep in enkele jaren terug van 1 miljoen ton naar minder dan 15.000 ton.
