OM ziet onvoldoende bewijs voor vervolging in The Voice of Holland-zaak

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten de zedenzaak tegen de 53-jarige Jeroen Rietbergen te seponeren. De man werd verdacht van een zedendelict rondom opnames van het televisieprogramma The Voice of Holland (TVOH). Eerder was het OM voornemens om de zaak aan de rechter voor te leggen. Na bestudering van de resultaten van het aanvullend onderzoek door de rechter-commissaris ziet het OM geen wettig en overtuigend bewijs voor een strafbaar feit. Het OM heeft deze beslissing in een gesprek toegelicht aan de aangeefster en aan de gewezen verdachte.

In januari 2022 was er grootschalige aandacht voor meldingen van grensoverschrijdend gedrag rondom opnames van televisieprogramma The Voice of Holland. Dit leidde onder meer tot een aangifte tegen de man uit Huizen naar aanleiding van een vermeend zedenfeit dat in februari 2018 in de opnamestudio had plaatsgevonden. Het OM startte daarop een uitgebreid strafrechtelijk onderzoek waarin de man uit Huizen als verdachte werd aangemerkt.

Na dit onderzoek besloot het OM in maart 2023 om de zaak aan de rechter voor te leggen. Daarna is er aanvullend onderzoek gedaan door de rechter-commissaris. Zo zijn er onder andere nieuwe getuigen gehoord en heeft de verdachte voor het eerst een inhoudelijke verklaring afgelegd bij de rechter-commissaris.

De resultaten van het aanvullend onderzoek zijn zorgvuldig afgewogen, in samenhang met het al verrichte onderzoek. De conclusie is dat het OM geen aanleiding meer ziet om de zaak voor de rechter te brengen. Reden hiervoor is dat het OM - na een volledig beeld te hebben verkregen - geen wettig en overtuigend bewijs ziet voor een strafbaar feit. Het OM is ervan overtuigd dat een behandeling op een openbare terechtzitting tot een vrijspraak zal leiden en daarom zal de zaak worden geseponeerd. Hierbij speelt ook mee dat de verdachte alsnog heeft meegewerkt aan het verhoor bij de rechter-commissaris. Eerder zag het OM een verhoor ter zitting nog als kans om de ontbrekende visie van de verdachte op de zaak te verkrijgen.

Geen sprake van dwang
Het OM ziet in het onderzoeksdossier bewijs voor seksuele handelingen in februari 2018 waarvan aangeefster aangifte heeft gedaan. De verdachte ontkent dit overigens. Om te spreken van een strafbaar feit moet er – volgens de op dat moment geldende zedenwetgeving - ook sprake zijn van dwang. Uit het aanvullende onderzoek blijkt dat niet. Zo is niet gebleken dat de verdachte een feitelijk overwicht of een machtspositie heeft gebruikt ten aanzien van de aangeefster. Dat is wel nodig om in juridisch opzicht van dwang te kunnen spreken. Ook blijkt uit het onderzoek niet dat er sprake was van andere vormen van dwang zoals fysieke bedreiging of van onverhoeds handelen door de verdachte.

Het OM realiseert zich dat het besluit om deze zaak niet voor de rechter te brengen een teleurstelling is voor de aangeefster. Tegelijkertijd benadrukt het OM dat het als taak heeft om verdenkingen te toetsen aan de wet. Gedrag dat maatschappelijk mogelijk als grensoverschrijdend wordt ervaren, is niet altijd strafbaar volgens de wet. Het is aan de wetgever om wettelijke kaders voor opsporing en vervolging vast te stellen. De nieuwe zedenwetgeving die per juli dit jaar gaat gelden, is daar een voorbeeld van.

Vervolging in andere zaak door parket Noord-Holland
Het OM Noord-Holland maakte eerder bekend dat Ali B. wel wordt vervolgd voor (onder andere) een aan de The Voice of Holland gerelateerd zedendelict. De inhoudelijke behandeling van deze zaak staat gepland voor 12 en 13 juni 2024.