Koningin Beatrix en Prins Pils

Ineens was het nieuws: koningin Beatrix treedt af. Precies volgens de officiële draaiboeken werd om vijf uur ’s middags aan de media bekendgemaakt dat haar toespraak om zeven uur ’s avonds uitgezonden mocht worden. Dat kon alleen maar betekenen dat ze haar aftreden bekend zou maken. En het was zo. De spanning liep op bij de nieuwsredacties, royaltiedeskundigen werden erbij gehaald, iedereen die niets kon zeggen, maar enigszins aan het onderwerp gerelateerd was, kwam opdraven. Journalisten werden de kou ingestuurd om de eerste matige publieksreacties te filmen. Het buitenlandse nieuws drong niet meer door: koningin Beatrix zou afscheid nemen.

“Bleeeugh, heisa”, was het eerste wat mij ontschoot. De hele avond ging alles over Bea, welke titel Wim-Lex wel niet aan zou nemen, de vraag of de vader van Máxima aanwezig zou zijn bij de kroning – gelukkig niet!. De Braziliaanse discotheekslachtoffers zijn vergeten, Wesley Sneijder is alleen nog maar nieuws in dat al bijna vergeten land waar hij die dag aankwam, de Fyra is snel in een grote doofpot gestopt. En toch raakte het mij toen ik de koningin een korte toelichting hoorde geven in haar televisiespeech. Ik miste haar beroemde “Landgenoten,” smolt bij haar accent uit lang verloren tijden en pinkte een traantje weg bij het Wilhelmus.

Ik ben niet echt voorstander van het koningshuis, maar een tegenstander ben ik ook niet. Voor mij is het iets wat er gewoon is: staatsbezoeken op tv, bordesbeelden na de verkiezingen, feesten, koekhappen en rommelmarkten op Koninginnedag. De vele lijntjes op het gezicht van de bezorgde burgermoeder Beatrix wanneer ze weer mensen bezocht en troostte na een ramp zoals in Enschede of Apeldoorn. Haar nog diepere rimpels na het ongeluk van haar zoon Friso. Haar idiote uitspraak in een kersttoespraak waarin ze duidelijk liet merken dat haar onbegrip voor social media leidde tot de angst dat ‘wij Nederlanders’ ons te veel lieten individualiseren door de technische vooruitgang. Ik ben nu al nieuwsgierig naar het aantreden van Willem-Alexander; wat voor vorst zal hij zijn?

Wim-Lex. “Hij was een beetje dom”, aldus zijn geliefde Máxima, over de uitspraak van Prins Pils dat meneer Zorreguieta helemaal niet zo schuldig was als hij leek. Willem-Alexander. Mijn beeld van hem uit de media is een gemiddelde vader met een lekker wijf, die met zijn Hollandse hoofd veel weet over water en nog meer over feesten. Zal Prins Pils veranderen in Koning Korenwijn? Koning Keizerskroon? Of zal hij ineens nog braver en serieuzer zijn, waarbij zijn vrouw hem menigmaal voor domme foutjes zal behoeden? Ik durf er geen uitspraken over te doen, maar één voordeel is er wel aan de troonswisseling: ik houd wel van een feestje.

En dan Beatrix. Prinses Beatrix zal ze dan weer heten. Zo ken ik haar niet: ze zat al op de troon toen ik alleen nog maar in ei-vorm bestond. Wat zal zij gaan doen? Ze liet al doorschemeren dat we niet zomaar van haar af zijn, maar hoe? Gaat ze beeldhouwen? Gaat ze zich inzetten voor de samenleving door omasoep te koken voor weeshuiskindertjes? Wordt ze een actief ramptoerist om haar moederlijke gevoelens kwijt te kunnen aan mensen die net iets vreselijks hebben meegemaakt? Ik vermoed dat ze een ernstige raadgever blijft voor haar kleine grote zoon en ieder wetsvoorstel en Spaanse vertaling zorgvuldig bekijkt voor hij ook maar ‘boe’ of ‘bah’ mag zeggen.

Ik kan het haar ook niet kwalijk nemen. Na meer dan dertig jaar op de troon te hebben gezeten, zal het moeilijk zijn om écht afscheid te nemen. Ik ben er in ieder geval nog niet aan toe. Beatrix, o Beatrix, ieder rimpeltje, ieder plooitje van je gezicht zal ik missen. Ieder hoedje, hoe mooi of idioot, Beatrix blijft mijn koningin tot ver na haar dood.