Werk. Gadverdamme.

Werk. Niet mijn ding. Als werk een vrouw was geweest, had ik zelfs geen seks met haar gehad wanneer ze in verband met het eind der tijden de laatste vrouw op aarde was geweest. Als werk een man was geweest, dan toch zeker Lance Armstrong. Als werk een kip was geweest, zou ik haar eieren niet eten. Wacht, dat laatste klopt niet. Het enige voordeel van werken is immers de beloning, het geld, het ei. Wegens sinistere redenen word ik nog steeds niet betaald voor het feit dat ik Henk ben en het gevolg hiervan is de slag, waar ik aan ben. Dames en heren, ik werk.

Mijn grootste probleem met werk is toch wel dat je altijd arbeid verricht die meer waard is dan wat je wordt betaald. Er zit daar dus iemand die meer profijt van mij en mijn werk heeft dan ikzelf. Dat klinkt als een spelletje dat diegene op dit moment van mij wint, elke dag weer. Goed gespeeld door de baas, petje af, maar ik kan niet zo best tegen mijn verlies. Deze baas staat bij mij dus meteen slecht op de kaart, mits hij meteen laat blijken mij verder te willen helpen. Dit kan hij of zij, want dat laatste kan tegenwoordig ook, doen door mij zijn of haar baan aan te bieden.

Om deze maatschappij van ons draaiende te houden moeten we wel werken, zo is de gedachte, en dat zal heus kloppen. De Nederlandse zorgverzekering bijvoorbeeld is, zelfs met al haar niet vergoede haken en uit het eigen risico betaalde ogen, gewoon één van de betere in de wereld. Maar alsnog wringt er iets. Het zit me niet lekker dat ik al die uren per week ook leuke dingen had kunnen doen.uren verliezen

Jonge mensen die werken, ik snap ze niet. In plaats van bijzondere dingen te doen, staan mensen van mijn leeftijd tegenover me uit te leggen wat ik moet doen om mijn verblijf bij deze of gene werkgever tot een succes te maken. Ik wil ze door elkaar schudden en vragen waarom ze hier al vijf jaar zijn. Vijf jaren waarin je 's ochtends op een onnatuurlijk tijdstip van je bed afkomt, je daarna met haast naar je werkplek begeeft om daar acht uren later naar buiten te struikelen. Dan spoedt je je naar huis en maakt eten en hebt van tevoren misschien boodschappen gedaan. Je kijkt nog een uur of twee TV en gaat naar bed zodat... je morgen weer precies hetzelfde kunt doen. Je hebt ook een kat, want een hond is teveel werk.

Van die mensen die vaak verzuchten dat ze niet kunnen wachten tot de volgende vakantie, tot morgen of het einde van de dag, aan hen wil ik vragen hoeveel uren ze nog beschikbaar hebben, voor ze 80 zijn. Valt vies tegen hoor. En dan gewoon 24 van die uren weg wensen. Een werkgever laat je geloven dat je uren opbouwt, maar kom op, je uren kun je alleen maar verliezen. Die uren die je wilt overslaan, waar je geen zin in hebt, wat doe je jezelf dan aan? Het is als een broodje frikandel waar je geen mayo op doet, maar poep. Een auto krijgen van je ouders en er niet in willen rijden. Alleen maar gourmetten met kerst. Zonde man!

Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Mensen die doen wat ze écht leuk vinden, kunstenaars en gynaecologen. Maar verder? Nee, dat is werken om te leven. Of andersom. Wassen neus, man. Tjonge jonge jonge. Waarom zou je niet gewoon leven om te leven?