Nederland kleurt oranje

Hoog tegen de hemel stond hij. De wind speelde speels met zijn lange, zwarte haar. Een brede lach in een vrolijk gezicht. Hij hield de beker zo hoog boven zijn hoofd dat het leek alsof hij hem trots aan God wilde laten zien. Ruud Gullit had de zojuist gewonnen beker in zijn handen en de wereld zag het.

 

 

Maar in een flits was het beeld weer weg en keek ik leeg de huiskamer in. Het was een kort visioen geweest, maar wel duidelijk.

De oranje vlaggetjes hangen alweer op veel plaatsen. Donderdag fietste ik ’s avonds naar Delft om te snookeren en daar zag ik ze in een straat alweer bezig met het optuigen van de gevels. De donderdag daarvoor waren ze daar ook al bezig. Die maken er werk van, dacht ik.
Die versierde straten vind ik altijd wel leuk. De kampioenschappen waaraan Oranje meedoet, betekenen feest in het land. Want het blijft niet bij versieren van de straten alleen. Het bier vloeit ook rijkelijk. Bij Albert Heijn zijn de vaten tapbier al in de reclame. Ik word wel een beetje gestoord van al die reclame met oranje malloten, oranje spelers, oranje leeuwen en ga zo maar door. Zappen is dan ook bittere noodzaak.
Natuurlijk heeft Nederland weer kansen om wereldkampioen te worden. We hebben een uitstekende aanval, een heel goed middenveld en een behoorlijker verdediging. Bovendien speelt Nederland als een team en dat is voor de verdediging een geruststelling, want een goede verdediging begint voorin. Als er zo wordt gespeeld en iedereen voert zijn taak goed uit, dan kan Oranje ver komen en ook wel kampioen worden. Maar er is meer nodig dan alleen goed spel om wereldkampioen te worden. De geluksfactor mag niet worden onderschat.
Nederland heeft op wereldkampioenschappen twee keer in de finale gespeeld en beide keren heeft het een beetje aan geluk ontbroken. We hebben ook een keer in het Europees kampioenschap de finale gespeeld en in dat kampioenschap hebben we wel wat geluk gehad. Daarom werden we in 1988 wel kampioen en in 1974 en 1978 niet. In 1978 was het de doelpaal die in de weg stond toen Rensenbrink kort voor tijd de bal inschoot. Ik heb er nog nachtmerries van, want ik was toen bij mensen op visite, die een zwart-wit televisie hadden met een dubbel beeld. Ik zag dus twee ballen op twee doelpalen belanden.
Maar ik wil het nu even hebben over 1974 en 1988, omdat er nog iets anders aan de hand was tijdens die toernooien.

In 1974, tijdens het wereldkampioenschap in Duitsland, speelde Nederland het mooiste voetbal van het toernooi. Zelfs Pelé vond dat. Cruijff en zijn makkers speelden voetbal zoals het gespeeld moest worden en Oranje kwam dan ook terecht in de finale. De tegenstander: Duitsland.
Voor die tijd was ik altijd wel voor Duitsland geweest vanwege hun vechtlust en het feit dat ze in 1966 onterecht van Engeland hadden verloren door een onterecht toegekend doelpunt van de Engelsen.
Vanaf 1974 ben ik een Duitslandhater en met mij vele Nederlanders. Ik ben in de oorlog geboren, maar na 1974 was Duitsland pas echt mijn vijand. Ik zal nog maar een keertje in het kort het verhaal van de wedstrijd doen.
Na de aftrap had Oranje meer dan een minuut de bal. Johan Cruijff kwam aan de bal en liep door de Duitse verdediging. Even buiten het strafschopgebied bracht Uli Hoeness hem ten val. Cruijff viel binnen het strafschopgebied en kreeg een strafschop die Neeskens benutte.
Daarna werden de Duitsers sterker en kregen ze kansen. Na 25 minuten liet Hölzenbein zien dat zijn benen helemaal niet van hout waren, zo lenig was zijn snoekduik over het been van Wim Jansen in het strafschopgebied van Nederland. Duitsland kreeg een strafschop en Breitner schoot die binnen. En twee minuten voor het rustsignaal schoot dat kleine, geblokte kutspitsje, Gerd Müller, de 2-1 binnen.
In de tweede helft speelde Oranje de Duitsers volledig van de mat, maar vergaten te scoren. De maat handschoenen die doelman Sepp Maier aanhad moest eigenlijk worden verboden. De man coverde daar zo’n beetje het hele doel mee. Achteraf gezien speelde Nederland een mindere wedstrijd dan de vorige, maar dat doet er niet toe. Wij hadden wereldkampioen moeten worden!

Ik ben deze column begonnen met een visioen. Een visioen dat uit is gekomen. Dat heeft iets mystieks. Maar niet alleen dat is mystiek aan het Europees kampioenschap van 1988. Het is ook niet mystiek dat Nederland tijdens dat toernooi aardig wat geluk heeft gehad. Doelman van Breukelen had tijdens dat toernooi niet alleen een boekje met hoe de spelers strafschoppen namen. Hij had ook een engeltje achter zijn doel, waardoor een flink aantal keren de lat of paal hem te hulp schoot. Maar mystiek kun je dat niet noemen; of geluk moet mystiek zijn. Er was iets anders.

Ik was dat jaar zo stom geweest om tijdens het toernooi een reis naar Griekenland te boeken en samen met mijn vrouw toerden we met een gezelschap door de Peleponnesos en bezochten onder andere Athene, Olympia, Delfi en de kloosters van Meteora. Daarna gingen we met de veerboot naar Naxos om nog een weekje van strand en zee te genieten. Onderweg zag ik in de hotels gelukkig wel de meeste wedstrijden van het Nederlands elftal. 
In het hotel op Naxos konden we de halve finale tussen het gastland Duitsland en Nederland zien. De ene helft van de zaal was Duits en de andere Nederlands. Er werd goed gedronken door de gasten, want het was een spannende wedstrijd en van spannende wedstrijden krijg je dorst. In de eerste helft werd niet gescoord, maar in de tiende minuut na rust werd het 1-0 voor de Duitsers. Natuurlijk ten onrechte kregen ze een strafschop omdat Rijkaard een overtreding zou hebben gemaakt in het strafschopgebied. Een van de meest irritante Duitse spelers ooit, Lothar Matthäus, benutte de strafschop. De Nederlanders in de zaal begonnen onrustig te worden en er werd al wat gevloekt. Boze blikken werden er geworpen naar de Duitse toeristen. Een kwartier voor tijd kreeg Nederland gelukkig een volkomen terechte strafschop omdat Kohler weer eens de benen van van Basten onderuit had gehaald in het strafschopgebied. Koeman schoot raak. Vlak voor tijd gebeurde toen het wonder. Van Basten scoorde al vallend. De Nederlanders in de zaal gingen volledig los. Gek genoeg klapten de Duitse toeristen toen wij de wedstrijd hadden gewonnen. Ik denk dat er grote problemen waren gekomen als het andersom was geweest.
Maar nu komt het mystieke. De wedstrijd was 14 jaar na de verloren finale van het wereldkampioenschap in Duitsland en Cruijff droeg altijd nummer 14 in plaats van het normale nummer 9. De wedstrijd werd in 1974 verloren met 2-1 en nu gewonnen met 2-1. In 1974 vielen de doelpunten in de eerste helft en nu in de tweede. Beide teams kregen een strafschop, net als in 1974. Het eerste doelpunt werd in 1974 gemaakt door Nederland en nu door Duitsland. Het eerste doelpunt toen was na twee minuten en nu was het laatste ongeveer twee minuten voor tijd. Het was dus in alle gevallen een soort omgekeerde wedstrijd van 1974. De wraak was compleet. Vanaf 1988 ben ik niet meer Duitslandhater. Nou, nog een klein beetje dan.

De finale deed er in 1988 eigenlijk al niet meer toe. Mijn probleem was wel dat ik tijdens de finale op de veerboot terug naar Athene zat. Ik had wel de wedstrijd thuis opgenomen via de vooraf ingestelde videorecorder. Vanwege dat visioen. Ik heb er echter een bloedhekel aan als ik de uitslag al weet voor ik ga kijken. Ik had dus in Athene angstvallig alles vermeden wat de uitslag zou kunnen verraden en in het vliegtuig had ik alle aangeboden kranten geweigerd. Ik wist dus echt niets toen ik op Schiphol kwam. Tot we het vliegtuig uit gingen, de slurf door waren en in de aankomsthal kwamen. Deze was namelijk in zijn geheel oranje en de mensen die de familie kwamen afhalen waren ook oranje en nog altijd uitzinnig aan het zingen.

Toen ik thuis was heb ik de finale nog bekeken en aan het einde zag ik het.
Hoog tegen de hemel stond hij. De wind speelde speels met zijn lange, zwarte haar. Een brede lach in een vrolijk gezicht. Hij hield de beker zo hoog boven zijn hoofd dat het leek alsof hij hem trots aan God wilde laten zien. Ruud Gullit had de zojuist gewonnen beker in zijn handen en het was dit keer geen visioen.