De hel van hospiteren

Iedereen die een beetje student is geweest heeft het wel meegemaakt. Hospiteren voor een kamer. Het gaat als volgt in zijn werk. Je zoekt een kamer. Je bepaalt voor jezelf wat voor kamer je wilt; dus hoe groot en hoe duur. Niet alle mensen doen dat overigens. Vervolgens ga jij reageren op kamers, bijvoorbeeld bij de SSH(Stichting Sociale Huisvesting) Op sommige sites gaat het erom hoe lang jij ingeschreven staat, bij anderen moet je een zo leuk mogelijke reactie schrijven. En daar begint het gedonder al. Het is namelijk essentieel dat de eigenaars van de kamer jou reactie lezen en denken: ‘Ja! Die lijkt leuk, die gaan we uitnodigen voor een kijkavondje.’ Het probleem is, dat je nooit precies aan de advertentie kunt zien wat voor vlees je in de kuip hebt. Het is dus moeilijk om te bepalen of je een overenthousiast hyperactief ‘jippie, ik wil bij jullie in huis, dat is mijn droom’- mailtje moet schrijven, of een ingetogener mailtje. Moet je veel over jezelf vertellen, of kun je sommige dingen beter weglaten? Zo gauw je daar uit bent, verstuur je de reactie en dan is het wachten geblazen. Vinden ze je interessant genoeg om je uit te nodigen? Zo nee, dan begint het hele gedoe weer van voren af aan. Zo ja, dan komt het meest cruciale deel van het hele concept hospiteren: Het hospiteren zelf.

Je wordt uitgenodigd om in het huis te komen kijken, meestal ’s avonds. Dan zijn namelijk meestal alle huidige huisgenoten én hospitanten beschikbaar. Ben je een type dat last heeft van nervositeit, dan is het mogelijk dat jij al een week van tevoren je nagels hebt afgekloven en je de haren uit het hoofd hebt getrokken. Mannen zullen dit minder snel hebben dan vrouwen, maar de laatste tijd kan het ‘sterke’ geslacht er ook wat van. Het eerstvolgende dilemma biedt zich aan op een gouden blaadje: Wat moet je in ’s vredesnaam aan? Ook hierbij geldt dat mannen er minder last van zullen hebben dan vrouwen, maar de metroman van tegenwoordig hecht ook aanzienlijk veel waarde aan zijn uiterlijk. Ieder aspect van je uiterlijk moet kloppen, want dat is natuurlijk het eerste waarop gelet gaat worden. Ook hier moet je je weer bedenken wat voor indruk je precies wilt maken. Allstars, spijkerbroek en hooded sweater; het zit lekker, het is duidelijk dat je niet zo heel veel om je uiterlijk geeft. Het kan opgevat worden als nonchalant, maar ook als afstandelijk. Hierbij geldt vaak dat vrouwen je eerder zullen aannemen, want ze zien je niet als bedreiging. Mannen vinden je daarentegen niet interessant. Hakken, rokje en v-hals is precies andersom: mannen zullen je sneller aannemen, maar vrouwen minder snel. Ook loop je het risico tuttig en hersenloos over te komen. Persoonlijk ga ik meestal voor een combinatie van nonchalant en tuttig, maar ook dit werkt niet altijd. Ook hier gaat het weer om het soort mensen waar je indruk op moet maken.

Als je dan aangekleed bent, je haar zit goed en je ruikt prima, dan wordt het toch echt tijd om naar het huis te gaan. Hier zit dan weer een 'minidilemma': Neem ik iets mee of niet? Een fles wijn of een zelfgebakken cake worden sowieso wel gewaardeerd, maar het grote risico dat dit met zich meebrengt is dat de mensen, op wie jij indruk moet gaan maken, je zien als een slijmbal. Het is immers duidelijk dat jij je probeert in te kopen.

Dan is het eindelijk zover. Met trillende en zweterige handjes sta jij voor de deur. Eigenlijk wil je helemaal niet op die bel drukken en het liefst ren je zo hard mogelijk naar je mama, maar helaas: ze hebben je al gespot en de deur wordt opengedaan. Met een brede glimlach stel jij je voor. De rest van de huisgenoten zit als een roedel hongerige wolven in de woonkamer, klaar om je te bespringen – met vragen dan – zo gauw je de moed hebt om de deurklink omlaag te drukken. Gelukkig laat dat aardige meisje dat de deur voor je opendeed, je eerst de kamer zien. Je hebt dus nog even de tijd om je te pantseren tegen het offensief dat gaat volgen. Als je de kamer ziet, moet je natuurlijk enthousiast reageren. Niet té overigens, want dan lijkt het weer gespeeld etcetera. Maar als je bij het zien van de kamer al direct begint op te noemen wat er allemaal aan veranderd moet worden, dan kun je het wel vergeten.

Terwijl jij er stiekem helemaal nog niet klaar voor bent – hoewel, zul je dat ooit zijn? – wordt de deur naar de woonkamer opengegooid. De kans is aanwezig dat er hospitanten tussen de mensen zitten; alleen het gemene is dat jij niet weet wie. Dat kún je vragen, maar het is veel leuker om het te gaan raden. Dit brengt ook wel weer een hoop risico met zich mee, want stel dat je er vanuit gaat dat iemand hospitant is terwijl hij/zij bewoner is of andersom! Flink gênante situaties zijn dan het gevolg. Maar goed, het eerste wat je echt móet doen is iedereen een hand geven en je voorstellen. Veel studenten hebben de neiging om in paniek te raken bij het horen van al die namen. Een goede opmerking om dan te maken is: ‘Ik ben superslecht in namen, dus ik ga het nooit onthouden. Maar dat ligt aan mij, hoor!' Wees hier echter niet te guitig mee, want de huisgenoten die langer in het huis wonen hebben al vaker hospiteeravonden meegemaakt en kennen deze opmerking al lang. Wat je het allerbeste kunt doen is gewoon de namen onthouden. Het is niet zo heel moeilijk om zes tot tien namen in je kop te stampen. Maar zo gauw het er meer worden, wordt het wel vervelend. Gelukkig hebben de huisbewoners precies hetzelfde probleem. Die zullen ook echt niet alle namen van alle hospitanten onthouden. Helaas voor jou zitten zij in een positie waar dat niet zo’n ramp is. Als ze je naam vergeten, mag je je wel weer heel veel zorgen gaan maken, want dat betekent dan dat je niet echt veel indruk hebt gemaakt.

Als iedereen zit en voorzien is van een drankje, dan moet je je gaan voorstellen. Vertel vooral de interessante dingen, want het kan ze echt niet schelen dat je graag leest of fitnesst. Liegen heeft geen zin, want stel dat je gekozen wordt op basis van je leugens, dan kom je jezelf hoe dan ook tegen als je er een tijdje in huis woont. Bedenk voordat je gaat hospiteren even wat ze je kunnen gaan vragen en wat jij daar op zou antwoorden. Je kunt je nooit geheel voorbereiden en hele vraag-en-antwoord-gesprekken uit je hoofd leren is ook niet zo’n strak plan. Heb in ieder geval wel een idee. Ik kreeg een tijdje geleden de vraag: ‘Welk dier zou je zijn als je een dier was?’ Nou, probeer daar maar eens in een paar seconden een logisch en goed onderbouwd antwoord op te verzinnen! Dan kun je beter een beetje ouwehoeren en een grapje ervan maken dan serieus in te gaan op de vraag door je beste eigenschappen te gaan vergelijken met een of ander dier.

De meeste mensen zeggen graag: ‘Wees gewoon jezelf.' Dat is onzin. Als jij namelijk helemaal jezelf bent, zullen ze je niet zo snel aannemen. Jezelf zijn heeft namelijk ook z’n negatieve kanten. Het is het slimste om een beetje naar de mond te praten van de mensen waar je bij in huis wilt wonen, maar niet te opvallend. Blijf wel bij je eigen karakter, maar als jij bijvoorbeeld normaal erg verlegen bent, dan is het niet zo handig om dit als karaktereigenschap te etaleren. Je kunt beter lekker enthousiast doen en grapjes maken, want dan wordt je veel sneller aardig gevonden. Ook weer niet té overigens, maar goed: overal moet je een balans in vinden. Na afloop van een hospiteeravond zei iemand laatst tegen mij: ‘Het wordt zo vermoeiend om jezelf te zijn.’ Daar had hij natuurlijk helemaal gelijk in. Het is veel simpeler om gewoon een typetje uit te kiezen en dat toneel te spelen, maar dit is niet bevorderlijk voor later. Stel dat je in het huis woont en iedereen dácht dat jij een heel spontaan en sociaal kind was, en nu blijk je een sociale paria te zijn die de hele dag keiharde Metal draait. Dat gaat niet werken.

Als je dan eenmaal klaar bent met de avond, moet je eigenlijk nog iedereen even netjes een hand geven en bedanken. En als je dan eindelijk, sociaal en mentaal totaal geknakt en gebroken, op de bank zit, moet je nog wachten. Soms bellen ze alleen degene die het geworden is. Dat is een complete ramp, vooral als je zwakke zenuwen hebt. De kans is groot dat je dan de hele avond met droge ogen naar je mobiel zit te staren, terwijl je hem telepatisch dwingt om te gaan rinkelen. Als je dan uiteindelijk de kamer hebt, ga je helemaal uit je dak en ben je megablij. Je wilt iedereen opbellen om ze lekker in hun gezicht te wrijven dat jij die ene perfecte kamer hebt gevonden die de natte droom is van iedere student. Of je krijgt de kamer niet... en je moet weer helemaal van voor af aan beginnen. Het mag duidelijk zijn; hospiteren is een topsport.