OM eist voorwaardelijke celstraf tegen Richard de Mos voor omkoping

Het Openbaar Ministerie (OM) in hoger beroep vindt dat oud-wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui en vijf ondernemers uit Den Haag schuldig zijn ambtelijke omkoping. Volgens het OM hebben de oud-wethouders zich met giften en beloften laten omkopen door ondernemers in ruil voor een voorkeursbehandeling. Ook vindt het OM dat de twee oud-wethouders en twee vastgoedondernemers schuldig zijn aan schending van het ambtsgeheim.

Het OM eist daarom tegen oud-wethouders De Mos en Guernaoui voorwaardelijke gevangenisstraffen van zes en vier maanden, taakstraffen van 240 en 160 uur en geldboetes van 10.000 en 7.000 euro. Ook mogen zij wat het OM betreft gedurende vier c.q. drie jaar geen bestuurlijk ambt bekleden. De vijf verdachte Haagse ondernemers hoorden voorwaardelijke gevangenisstraffen tot zes maanden, werkstraffen tot 240 uur en geldboetes tot 10.000 euro tegen zich eisen. De zeven verdachten zijn eerder door de rechtbank vrijgesproken.

Omkoping
Het onderzoek Tyrus werd eind 2018 gestart na concrete signalen dat in Den Haag horecavergunningen ‘te koop’ zouden zijn. Uiteindelijk bleek na het onderzoek dat dit niet aantoonbaar was, maar in datzelfde onderzoek kwam na ongeveer vijf maanden De Mos als verdachte van omkoping in beeld.

De Rijksrecherche ontdekte dat vijf ondernemers giften deden aan de politieke partij van gemeenteraadsleden De Mos en Guernaoui en dat de ondernemers daar invloed en een voorkeursbehandeling voor terug wilden. Met giften aan de partij probeerden zij de twee politici aan de macht te helpen door hun kansen op het wethouderschap te vergroten, om daar vervolgens voordelen voor hun bedrijven uit te halen. De giften waren hoofdzakelijk financiële donaties van ongeveer 5.000 tot ruim 30.000 euro. Ook regelde één ondernemer voor De Mos een bouwkraan voor een verbouwing aan zijn huis en nam een andere ondernemer De Mos mee op twee luxe boottochten.

De ambtenaren, die na de verkiezingen van maart 2018 wethouders waren geworden, wisten of moesten begrijpen, dat de ondernemers voor hun giften iets terug wilden. Uit berichtenverkeer tussen de verdachten wordt duidelijk dat zij onderling spraken over de giften en achterliggende bedoelingen. Met het doen en het aannemen van die giften creëerden de verdachten gezamenlijk een situatie waarin de beide ambtenaren niet meer vrij en onafhankelijk konden beslissen. Voor zowel de ondernemers die de giften deden als de ambtenaren die de giften ontvingen geldt, dat ze wisten dat er iets voor terug werd verlangd. Dit is omkoping en dat is strafbaar.

Geheime informatie
Volgens het OM hebben de twee oud-wethouders De Mos, Guernaoui en twee vastgoedondernemers zich samen ook schuldig gemaakt aan schending van het ambtsgeheim. De wethouders hebben vertrouwelijke informatie die nog in het college van B&W besproken moest worden, doorgestuurd naar de twee vastgoedondernemers. Beide vastgoedondernemers vroegen daarna om meer informatie en één van hen stuurde informatie door naar iemand anders.

Ook heeft De Mos vertrouwelijke informatie over het nieuwe beleid van nachtontheffingen gedeeld met een horecaondernemer, die zo onmiddellijk als eerste een nachtontheffing kon aanvragen. De Mos heeft ook vertrouwelijke informatie over parkeergarage De Zeeheld gelekt aan een journalist. Naast omkoping en schending van het ambtsgeheim wordt De Mos ook verweten dat hij iemand, die niet in Nederland mocht verblijven, werk heeft laten verrichten terwijl hij moest vermoeden dat deze persoon illegaal in Nederland verbleef.

Politieke invloed met een prijskaartje
Onder het mom van ‘we doen het voor de stad’ hebben de verdachten bewust en herhaaldelijk de wet overtreden. Een ambtenaar mag nooit een gift aannemen als hij weet of moet begrijpen dat de gever daar iets voor terug wil. Als de ambtenaar die gift toch aanneemt is hij niet meer onafhankelijk en objectief. Burgers moeten er juist op kunnen vertrouwen dat besluitvorming op een eerlijke manier plaatsvindt waarbij alle belangen worden meegewogen. In deze zaak hebben de oud-wethouders deze belangrijke spelregel van de democratie geschonden. Dat is niet alleen niet integer, het is ook strafbaar.

De advocaten-generaal daarover: “Deze strafzaak gaat over vriendjespolitiek, over politieke invloed met een prijskaartje. Het dossier laat zien hoe ondernemers weloverwogen, vanuit eigenbelang, een politicus met een onconventionele aanpak en vlotte babbel omhoog stuwen richting de macht. Hoe stukje bij beetje invloed wordt gekocht, hoe achter de schermen wordt genoten als dat lukt, hoe een tweede politicus in het succes wordt meegesleept en hoe ondernemers uiteindelijk daadwerkelijk invloed krijgen op de politieke agenda en op de bestuurlijke besluitvorming. Het dossier in deze strafzaak laat zien hoe machtsbederf in de lokale politiek werkt.”

Strafeisen in hoger beroep
Bij het formuleren van de strafeisen voor de zeven verdachten in hoger beroep heeft het OM gekeken naar de ernst van de feiten, de context waarin die zich hebben afgespeeld en de persoonlijke omstandigheden van verdachten. Daarnaast is bij de hoogte van de strafeis gekeken naar min of meer vergelijkbare strafzaken. De oud-wethouders zien niet in dat ze verkeerd hebben gehandeld, integendeel, ze vinden dat ze niets fout hebben gedaan. Het OM vindt daarom ook dat zij gedurende een aantal jaren geen bestuurlijk ambt mogen bekleden.