Onderzoeken naar gevolgen houtrook op gezondheid geven nog onvoldoende duidelijkheid

In de rook van brandend hout zitten stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Er is echter nog geen wetenschappelijk bewijs welk gevolg het stoken van hout mogelijk heeft op de volksgezondheid. Daarvoor moet beter onderzocht worden in welke mate mensen deze rook echt inademen. Dat concludeert het RIVM in het overzicht van de wetenschappelijke literatuur naar de gezondheidseffecten van houtrook in huis en buiten.

Bij de verbranding van hout in kachels en haarden komen chemische stoffen vrij. Bijvoorbeeld fijnstof, koolmonoxide, verschillende vluchtige organische stoffen en PAK's (polycyclische aromatische koolwaterstoffen).

Er is echter nog geen duidelijk wetenschappelijk bewijs wat de mogelijke gevolgen van houtstook zijn voor de volksgezondheid. Dat komt omdat tot nu toe onvoldoende is onderzocht of en hoeveel rook mensen (in huis) inademen. Dat hangt onder andere af van het type houtkachel, het stookgedrag en de weersomstandigheden. Deze eventuele blootstelling is nog niet precies genoeg gemeten. De meeste onderzoeken vragen of mensen zich herinneren of en hoe vaak zij hun houtkachel hebben gestookt. Ook de (weers)omstandigheden tijdens het stoken zijn onvoldoende onderzocht.

Wat het RIVM betreft moet dit beter onderzocht worden. Pas dan kan beter worden ingeschat wat de gezondheidseffecten van houtrook kunnen zijn.

Het RIVM beschrijft in dit literatuuroverzicht met name onderzoeken die gaan over de gevolgen van houtrook op longen en luchtwegen. Een paar studies gaan over andere effecten zoals hart- en vaatziekten, kanker of neurologische gevolgen. Ook geboortegewicht en zwangerschapsuitkomst is in een paar gevallen onderzocht. Deze onderzoeken laten wisselende resultaten zien en hebben vaak beperkingen. 

Er is nog weinig onderzoek onder niet-stokers en mensen met een kwetsbare gezondheid. Uit het Samenwerking Houtrookonderzoek (2022) naar blootstelling van niet-stokers bleek geen duidelijk verband tussen houtrook en een slechtere longfunctie of meer stress.