Woonwagenbewoners willen geen wagens erbij: "Niet in mijn tuin alsjeblieft"

Na jarenlang geen nieuwe woonwagenstandplaatsen in de stad toe te voegen, slaat wethouder Zita Pels een nieuwe weg in. Voor 2026 moeten zeker vijftien extra woonwagens in Amsterdam komen te staan, op locaties waar al woonwagenkampen zijn. Extra wagens zijn volgens bewoners van een kamp bij Strandvliet een goed idee, maar niet op de manier zoals het nu gaat: "Nu moet ik mijn tuin inleveren."

Iris woont al acht jaar op hetzelfde kamp in Zuidoost op de Brentanostraat. Haar buren Anita en Lou wonen er al zeker twintig jaar. "We zijn hier met zes families, en dat willen we graag zo houden." Ze kennen de buren, ze kennen hun wijk en ze hebben al meer dan tien jaar een fijne tuin per wagen. Er is nu kans dat die tuinen ingeleverd gaan moeten worden voor nieuwe buren.

Een eerste stap in uitbreiding
De gemeente heeft, verdeeld over de hele stad, een kleine 200 standplaatsen voor woonwagens in eigen beheer, dus de bewoners huren van de gemeente. De vijftien plekken die er voor 2026 bij moeten komen, moeten op reeds bestaande kampen worden toegevoegd. Op de wachtlijst staan 45 starters die op dit moment op zoek zijn naar een woonwagen, maar uit onderzoek in 2020 blijkt dat er behoefte is aan meer dan 150 plekken in de stad.

"Er is de afgelopen jaren zo veel meer vraag naar wagens. Maar er is zeker 25 procent van de wagens die er waren inmiddels verdwenen", vertelt Sabina Achterbergh als voorzitter van Woonwagenbelangen Amsterdam, de vereniging die opkomt voor woonwagenbewoners in het gehele land. "Uitbreiding is op zich heel goed, maar vijftien wagens op deze manier vinden wij wel heel karig."

Iris en Lou wonen op één van de zes kampen die worden overwogen als locatie voor die eerste vijftien wagens. "Niet hier", zeggen ze allebei stellig. Het kamp kende eerder al meer wagens dan er nu staan. "Maar toen zijn die verplicht weggehaald, want er was heel veel overlast. Als er nu ineens weer wagens bijkomen ben ik bang dat criminaliteit terugkomt", vertelt Iris. Voor Lou is het nog simpeler: "Ik wil mijn tuin niet kwijt en daar komen de wagens dan." Hij heeft die tuin gekregen en die is, vindt hij zelf, nu van hem.

Ondanks dat de gemeente nog zoekt naar de juiste plekken, is het volgens de woordvoerder van wethouder Volkshuisvesting Zita Pels wel kansrijk dat de wagens hier komen: "Hier hebben immers al wagens gestaan." Maar hij laat ook weten dat er nog gesprekken met bewoners van de zes optionele kampen moeten worden gevoerd om te onderzoeken of dit de beste plek is.

Iris en Lou geloven daar weinig van: "Een ambtenaar van de gemeente die deze standplaatsen beheert, doet steeds dreigementen." Volgens de twee zegt de man in kwestie geen achterstallig onderhoud te doen aan hun huidige woonwagens als ze niet meewerken aan dit nieuwe plan. De woordvoerder van Wethouder Pels zegt, na onderzoek te hebben gedaan, de dreigementen niet te herkennen. Binnen enkele maanden moet bekend worden waar de vijftien nieuwe plekken moeten komen, mede door gesprekken te voeren.