12 jaar cel en tbs voor moord en verkrachting in woning Amsterdam

De 40-jarige Andrzej B. is veroordeeld tot 12 jaar cel voor de moord op Willem van Elewout en een verkrachting; beiden in een woning aan de Houtrijkstraat in Amsterdam-West. Het levenloze lichaam van het dodelijke slachtoffer werd gevonden nadat de vrouw de politie inlichtte over de verkrachting, waarbij ze een ondraaglijke geur rook. Zo meldt AT5.

"De wijze waarop het lichaam van Willem van Elewout is aangetroffen is mensonterend. De verdachte heeft het slachtoffer het hoogste recht ontnomen, het recht om te leven", stelde de officier van justitie drie weken geleden en eiste een onvoorwaardelijke celstraf van 18 jaar.

Net als het Openbaar Ministerie houdt ook de rechtbank B. verantwoordelijk voor de dood van Van Elewout en de verkrachting van een vrouw in de woning. De Pool wordt daarom veroordeeld tot 12 jaar cel en tbs met dwangverpleging. Daarnaast moet de man 17.500 euro schadevergoeding betalen aan de moeder van het dodelijk slachtoffer.

Aanzetstaal en waterpomptang
De zaak kwam begin maart 2022 aan het rollen nadat er bij de politie een melding binnenkwam van een verkrachting waarbij een ondraaglijke geur zou zijn geroken. De vrouw kon de geur niet thuisbrengen, maar ze dacht dat het van vuilnis of van een dood dier ergens in de woning kwam.

Het leidde tot de vondst van het levenloze lichaam van de 62-jarige Willem van Elewout. Zijn lichaam lag daar op dat moment mogelijk al weken in een 'ernstig vervuilde' woning, zo beschreef de officier van justitie vandaag. Naast het lichaam van het slachtoffer lagen een messenslijper, een mok, een waterpomptang en een aantal grijze plukken haar.

Westerpark
De twee mannen zouden elkaar kennen van een groep die regelmatig in het Westerpark hangt. B. kwam daarnaast regelmatig over de vloer bij van  Elewout en had zelfs een kamer in zijn woning. Toch zouden de twee een moeizame verhouding hebben gehad. Meerdere getuigen verklaarden dat de Pool gewelddadig werd als hij had gedronken en dat Van Elewout hem al langer het huis uit wilde.

De verdachte ontkent alle betrokkenheid, ook is het volgens hem niet opvallend dat zijn dna op de spullen zit. "Ik heb daar langer dan twee jaar gewoond, mijn sporen zitten ongetwijfeld overal op. Ook op het aanzetstaal dat ik heb gebruikt om messen scherper te maken", stelde Andrzej B. eerder.

De advocaten van de Poolse man wezen daarnaast eerder al op een zogeheten mit-rapport, waarbij gekeken is naar de eventuele resten van de waterpomptang en het aanzetstaal op de botten van het slachtoffer. "Er zijn geen sporen van de waterpomptang en een aanzetstaal op zijn botten aangetroffen", vertelde advocaat Chris Pittau een paar weken geleden.

Omdat de verdachte zijn betrokkenheid ontkent is het voor de nabestaanden van Van Elewout alleen maar gissen hoe de man om het leven kwam. Zijn moeder maakte tijdens de behandeling van de strafzaak gebruik van haar spreekrecht: "Ongeveer veertien maanden lang wist ik niet waaraan mijn zoon is overleden, door alle onduidelijkheden voelde ik mij deze periode opgejaagd en onrustig. Nu weet ik wat meer, dus dat gevoel is wat afgenomen. Wel blijven er vragen door mijn hoofd spoken. Het doet mij ontzettend veel pijn dat ik niet weet wat zijn laatste woorden zijn geweest en wat er precies is gebeurd".