VN: misdaden tegen mensheid in Irak

Strijders van de Islamitische Staat hebben in de Iraakse stad Mosul naar verluidt 670 gevangenen om het leven gebracht en hebben zich in Irak schuldig gemaakt aan nog andere misdrijven die neerkomen op misdaden tegen de menselijkheid. Dat heeft mensenrechtenchef Navi Pillay van de Verenigde Naties maandag gezegd.

Volgens Pillay worden er 'dagelijks ernstige en gruwelijke mensenschendingen gepleegd' door de Islamitische Staat en door strijders die zich met de organisatie hebben verbonden. Het gaat daarbij om gerichte moorden, gedwongen bekeringen, ontvoeringen, mensenhandel, slavernij, seksueel misbruik, vernietiging van heilige plaatsen en plekken van groot cultuurhistorisch belang en het vervolgen van gemeenschappen om etnische, religieuze of sektarische redenen, aldus Pillay.

"Ze maken stelselmatig mannen, vrouwen en kinderen tot doelwit op basis van hun etnische, religieuze of sektarische afkomst en ze voeren meedogenloze etnische en religieuze zuiveringen door in gebieden waar ze de scepter zwaaien", aldus Pillay. "Dergelijke vervolging komt neer op een misdaad tegen de menselijkheid."

Pillay wees op de moord op honderden jezidi's in de stad Nineveh en de ontvoering van nog eens 2500 jezidi's begin augustus. Ook haalde ze de moord op jezidi's in het dorp Cotcho aan en de belegering van dertienduizend sjiitische Turkmenen in Amirli.

Onder gedetineerden van een gevangenis in Mosul zouden IS-strijders een bloedbad hebben aangericht. Ooggetuigen hebben beschreven hoe strijders tussen de duizend en vijftienhonderd gevangenen in vrachtwagens duwden om hen vervolgens naar een onbewoond gebied te rijden. Daar werden de soennieten gescheiden van de andere gevangen. De niet-soennitische gevangenen werden in vier rijen opgesteld. Ze kregen opdracht om te knielen en werden vervolgens doodgeschoten.

"Dergelijke koelbloedige, systematische en bewuste moorden op burgers, die eerst zijn van elkaar gescheiden zijn op basis van religie, komen mogelijk neer op oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid", denkt Pillay.