Meer asielzoekers sneller terug naar thuisland

Steeds meer uitgeprocedeerde asielzoekers keren sneller zelfstandig terug naar hun thuisland. Dat is het gevolg van meer financiële ondersteuning en de inzet van begeleiders uit het land van herkomst. Dat blijkt maandag uit een rapport van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum (WODC), dat staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Met de hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) vertrok in 2005 nog 3,3 procent van de uitgeprocedeerde asielzoekers binnen een jaar. In 2011 was dat percentage opgelopen tot 23,6 procent. Volgens het WODC is dat vooral te danken aan de toegenomen beschikbaarheid van financiële ondersteuning' en de komst van 'native counsellors'.

Het terugkeerbeleid werpt volgens Teeven zijn vruchten af. De staatssecretaris is positief over de rol van organisaties als de IOM en Vluchtelingenwerk Nederland. De samenwerking met deze organisaties wordt daarom in de toekomst voortgezet.

Het WODC wijst echter ook op de negatieve gevolgen van de financiële hulp die wordt geboden aan uitgeprocedeerden. Asielzoekers die in andere landen zijn uitgeprocedeerd trekken naar Nederland om met financiële hulp terug te keren naar hun thuisland. De staatssecretaris wil hier strenger op gaan toezien. "Als hier voor bepaalde landen signalen of vermoedens van zijn, kunnen onderdanen van die landen dan ook worden uitgesloten van ondersteuning", aldus Teeven.

Teeven wijst in een begeleidende brief aan de Kamer verder op het belang van Europese samenwerking. Door op Europees niveau samen te werken ontstaat volgens de staatssecretaris een 'schaalgrootte' waardoor de onderhandelingspositie met 'derde landen' wordt verstevigd. "De inzet van het kabinet is om de samenwerking op dit terrein te continueren en daar waar mogelijk uit te breiden. "