Uitbuiters kledingfabriek Bangladesh aangehouden

De twee eigenaren van een Bengaleze kledingfabriek die terecht moeten staan voor moord wegens een brand in 2012 waarbij 112 mensen om het leven kwamen, hebben zich zondag bij de rechtbank gemeld. Ze waren al tijden op de vlucht.

De fabriek buiten Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, had geen nooduitgangen en de kleine steeg waaraan de fabriek lag, zorgde ervoor dat de brandweer niet snel in actie kon komen, aldus aanklager Anwarul Kabir Babul. Uit onderzoek bleek bovendien dat toen de brand uitbrak, managers en beveiligers tegen de arbeiders zeiden dat het om een oefening ging. Toen bleek dat dat niet zo was, was het voor velen te laat. De deuren bleken van buitenaf afgesloten te zijn terwijl het vuur zich razendsnel verspreidde.

Dertien mensen werden aangeklaagd wegens betrokkenheid bij de brand, onder wie de eigenaren van de fabriek, Delwar Hossain en zijn vrouw Mahmuda Akter. Er werden arrestatiebevelen uitgevaardigd voor de zes verdachten die op de vlucht sloegen, onder wie de eigenaren.

De rechter besloot zondag dat Hossain en Akter niet op borgtocht mogen worden vrijgelaten en gaf opdracht de twee vast te zetten. Als ze schuldig worden bevonden kunnen ze een gevangenisstraf van minimaal zeven jaar tot levenslang opgelegd krijgen.

Er komen vaker dodelijke rampen voor in de kledingindustrie van Bangladesh. In april vorig jaar kwamen elfhonderd mensen om het leven toen een fabriek instortte.