Amsterdamse joden geschrapt uit homoverklaring

De Amerikaanse rabbijn Aryeh Ralbag verwijst niet meer naar de Joodse Gemeente Amsterdam in de ondertekening van een verklaring waarin homoseksualiteit een ziekte wordt genoemd. De verwijzing is weggehaald op verzoek van voorzitter van de gemeente Ronnie Eisenmann, laat hij dinsdag weten.

Ralbag had ondertekend als opperrabbijn van de Joodse Gemeente Amsterdam. Nu heeft hij alleen nog namens andere organisaties ondertekend.

In de verklaring nemen 162 rabbijnen en joodse leiders stelling tegen het homohuwelijk. Over de verklaring ontstond ophef omdat de Joodse Gemeente Amsterdam zich hier niet in kan vinden, terwijl ze wel onder de verklaring wordt genoemd. "De verklaring doet geen recht aan de verhoudingen in Nederland. In de Verenigde Staten speelt nu een discussie die hier dertig jaar geleden speelde", legt Eisenmann uit.

Hij ontdekte vrijdag dat Ralbag de verklaring namens de gemeente had ondertekend. Zondag heeft hij uitgebreid over de telefoon met hem gesproken. "Volgende week komt hij naar Nederland en dan zullen we het er nog eens over hebben." Wat Eisenmann betreft worden er voorlopig geen verdere maatregelen genomen. "Je moet nooit in de emotie handelen."

In de verklaring wordt gesteld dat er een propagandaoffensief gaande is waarbij politieke tactieken worden gebruikt om het publiek van de legitimiteit van homoseksualiteit te overtuigen. De media zouden iedereen die homoseksualiteit niet accepteert neerzetten als hatelijk en homofoob.

Dit zou tot 'verwarring' bij de joodse gemeenschap leiden. In de verklaring wordt gesteld dat homoseksualiteit een ziekte is. Die zou kunnen worden genezen met hulp van een hiervoor getrainde therapeut in samenwerking met een gekwalificeerde geestelijke gids. Er zou geen andere oplossing zijn die in het heilige boek van de joden, de torah, wordt goedgekeurd.

Ook wordt benadrukt dat er rekening mee moet worden gehouden dat homo's 'in de eerste plaats onschuldige slachtoffers zijn van wonden die ze in hun jeugd hebben opgelopen'. Daarom zou een atmosfeer moeten worden gecreëerd waarin tieners hierover durven te spreken en met liefde door hun ouders, rabbijn of mentor worden opgevangen.