Short-selling verboden in vier landen

Frankrijk, België, Italië en Spanje hebben short-selling, waarmee handelaren geld kunnen verdienen aan koersdalingen,  tijdelijk verboden. Het verbod, dat geldt voor aandelen in banken en andere financiële bedrijven, moet helpen de beurzen tot rust te laten komen.

Short-selling is het speculeren op koersdalingen met geleende aandelen, door deze te verkopen en te proberen ze tegen een lagere prijs terug te kopen. Vooral de val van het aandeel van de Franse bank Société Générale deze week, lijkt de aanzet tot het verbod te zijn geweest. Op de beursvloer is bezorgdheid over Europese en dan met name Franse banken, omdat die relatief veel schuldpapier bezitten van landen met een grote schuldenberg, zoals Griekenland, Portugal en Ierland.

Handelaren zijn ervan beschuldigd opzettelijk geruchten en foutieve informatie de wereld in te hebben geholpen om een koersdaling in gang te zetten, en daar vervolgens aan te verdienen. Deze week werd bijvoorbeeld de AAA-kredietwaardigheid van Frankrijk in twijfel getrokken, waarop het aandeel van Société Générale kelderde.

Er is om verschillende redenen kritiek op het verbod. De belangrijkste is dat het averechts kan werken. Het gaat immers om een poging de koers kunstmatig op peil te houden, en dat kan beleggers het idee geven dat de financiële gezondheid van banken wellicht niet zo stevig is als de overheid hen wil doen geloven. Bovendien kan er in andere landen nog steeds op de bewuste aandelen short worden gegaan.

Griekenland verbood short-selling al eerder. Het verbod in de overige landen zal vermoedelijk circa twee weken van kracht zijn. De Nederlandse beursautoriteit heeft geen plannen voor een dergelijk verbod.