Organisatie dancefeest afgerekend op drugshandel

De Amsterdamse politie gaat zich nog meer afzijdig houden op dancefeesten dan nu al het geval is. Het is aan de organisator om ervoor te zorgen dat handel, bezit en openlijk gebruik van drugs wordt tegengegaan. De politie richt zich voornamelijk op bezoekers die door de organisatie in de kraag zijn gevat en op het handhaven van de openbare orde.

De gemeente Amsterdam, zorginstellingen, politie, justitie en organisatoren zijn dat met elkaar overeengekomen, meldt de gemeente vrijdag. Het uitgangspunt van de betrokken partijen is dat op een dance-event geen drugs horen. Dat betekent overigens niet dat er niets meer gedoogd wordt.

Het OM maakt begin volgend jaar bekend welke hoeveelheid harddrugs tot vervolging leidt, licht de gemeente toe. Op de meeste feesten werd al gedoogd dat een bezoeker tot vijf gram softdrugs voor eigen gebruik bij zich heeft.

De organisator is verantwoordelijk voor 'adequate toegangscontrole'. De vergunning voor een volgende editie kan worden ingetrokken door het desbetreffende stadsdeel als een organisator zich in de ogen van politie en justitie niet aan de afspraken heeft gehouden.

Organisatoren moeten op korte termijn weer om tafel met drugspreventie-instellingen zoals de Jellinek en de GGD en de politie voor een 'horizontaal overleg' over de effecten van het drugsbeleid op dancefeesten. Zo moet worden nagegaan wat de gevolgen van het beleid zijn op het gedrag van een gebruiker, de soorten gebruikte drugs en het effect daarvan op de gezondheid.

Het aantal xtc-gerelateerde incidenten tijdens dancefeesten in Amsterdam vertoont volgens de gemeente sinds 1999 een dalende trend. Volgens de gemeente heeft de professionalisering van de organisatie mogelijk daaraan bijgedragen.