Minder mensen bewegen voldoende intensief

Hoewel tweederde van de Nederlanders voldoende beweegt, doet maar één op de zes volwassenen dit voldoende intensief. In 2000 was dat nog één op de vijf. Dat blijkt uit een rapportage van onderzoeksbureau TNO, dat vanochtend is aangeboden aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Onder intensief bewegen verstaat TNO het minstens drie keer per week verrichten van zware fysieke inspanning, zoals hardlopen of 'intensief tuinieren'. Recentelijk wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de gezondheidswinst groter is als een deel van de benodigde beweging intensief is, stelt het onderzoeksbureau.

Daarbij melden intensief bewegende werknemers zich minder vaak ziek dan collega's die dit niet of minder doen. TNO denkt dat mensen meer moeten worden gewezen op de voordelen van een paar keer per week intensief bewegen.

Bijna twee op de drie Nederlanders voldeed volgens TNO in 2007 wel aan de zogenoemde combinorm voor sporten. Deze combinorm is het uitgangspunt van het Nederlandse overheidsbeleid en gaat voor volwassenen uit van vijf tot zeven dagen dertig minuten matig intensief bewegen of tenminste drie dagen twintig minuten intensief bewegen.

Bij de jeugd van vier tot zeventien jaar haalt echter minder dan de helft de combinorm. Jeugdigen moeten per dag ministens zestig minuten bewegen, waarvan minimaal twee keer per week op intensief niveau. Van de groep 12- tot 17-jarigen haalt slechts iets meer dan een derde deze norm. Van de 4- tot 11-jarigen is dit de helft.