Kortsluiting liet bunker Bilthoven exploderen

Kortsluiting is de oorzaak van de explosie van de atoombunker in Bilthoven afgelopen zomer. Dat heeft het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (COT) woensdag bekendgemaakt tijdens een bewonersbijeenkomst in De Bilt.

Op 7 juli mislukte de sloop van de bunker in Bilthoven. Bij de sloop werd springstof gebruikt. Bij de beoogde implosie ging het mis. Het puin viel niet in de bunker, maar brokstukken vlogen door de wijk rond de bunker. Hierdoor raakten auto's en woningen beschadigd.

De gemeente De Bilt liet na het ongeluk een onafhankelijk onderzoek instellen door het COT. De resultaten hiervan werden aan omwonenden gepresenteerd. De onderzoekers vertelden een vijftigtal belangstellenden dat bij het installeren van het elektronische ontstekingsmechanisme delen van de bedrading werden beschadigd. Daardoor ontstond kortsluiting waardoor een aantal ontstekingen niet afging. Hierdoor vlogen brokstukken in het rond.

Bewoners toonden zich tijdens de bijeenkomst bezorgd over de gang van zaken rondom de sloop van de bunker. Een onderzoeker van het COT gaf aan dat de gemeente de maatschappelijke impact van het slopen met behulp van explosieven heeft onderschat. Na het ongeluk heeft de gemeente volgens het COT de bevolking adequaat geïnformeerd over de situatie rond de bunker.

De bunker zal in de toekomst nog wel moeten worden gesloopt. Volgens het COT kunnen de sloopwerkzaamheden met behulp van explosieven vervolgd worden als een aantal maatregelen wordt getroffen. Zo moeten boorgaten maximaal met veertig tot zestig gaten tegelijkertijd tot ontploffing worden gebracht en moet de bedrading worden beschermd.

Op 8 oktober praat de gemeenteraad van De Bilt over het onderzoek van het COT naar de explosie van de atoombunker.