Turkije worstelt met verbod hoofddoek
Al in 1998 diende een studente medicijnen een klacht in bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Zij mocht namelijk met een hoofddoek op niet verder studeren. Die zaak loopt nog steeds en onlangs zei de Turkse landsadvocaat dat het dragen van de hoofddoek welbeschouwd de eerste stap is op weg naar een islamitische staat in Turkije; Daarom zou een verbod te rechtvaardigen zijn. Volgens de Turkse pers raakte de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan, die zijn politieke carrière als moslimfundamentalist begon, in een woedestuip toen het betoog van de advocaat hem ter ore kwam.
Turkije heeft inmiddels de advocaat opdracht gegeven om opnieuw te kijken naar zijn pleidooi om het hoofddoekverbod te billijken. De verdediging tot nu toe richtte zich op de oude opvatting dat de hoofddoek de inleiding is tot, zoals sommige seculiere Turken smalend zeggen, de 'vertalibanisering' van Turkije.
De AK-partij van Erdogan, die nu aan de macht is, heeft haar wortels in het moslimfundamentalisme. De partij beschouwt zichzelf nu als conservatief maar houdt er over religieuze kwesties een naar Turkse begrippen bepaald liberaal standpunt op na. De AK vindt dat de hoofddoek namelijk géén plicht is (zoals fundamentalisten stellen) maar een recht: een vrouw die de hoofddoek niet wil dragen, hoeft dat niet te doen, maar de vrouw die zich daarmee wèl wil tooien, zou dat ook moeten kunnen doen.
De grote vraag is natuurlijk hoe de Turkse advocaat het verbod nu zal gaan verdedigen. Voordat de AK-partij aan de macht kwam was de verdediging makkelijker, omdat toen de politiek feller tegen de hoofddoek was. De hoofddoekkwestie bij het Europese Hof zal waarschijnlijk nog wel een opvolger krijgen, als Frankrijk daadwerkelijk besluit om de hoofddoek in het openbaar onderwijs te verbieden. Franse moslima's zullen dan ook zeker naar het Hof in Straatsburg stappen.
