Dodelijke date 13

Het was alsof ik uit een narcose bijkwam. Iedere keer wanneer ik mijn ogen opende, werden mijn oogleden zwaar. Het enige dat ik zag was een bedompte, kleine ruimte met een eigenaardige geur. Ik wist niet of het een woonkamer of keuken was. Het eenpersoonsbed waarin ik lag was smerig. Het leek erop dat ik vastzat in een nachtmerrie. Ik moet uren geslapen hebben want ik zag de zon door kieren van gordijnen en raamkozijnen schijnen toen ik voor een zoveelste wegviel. Toen ik mijn ogen weer opende, zag ik dat het nacht moest zijn: het was helemaal donker om mij heen. Slechtst een zwak maanschijnsel brak moeizaam door in de ruimte waar ik lag. Ik hoorde een deur opengaan, hij werd in het slot gegooid. Daarna werd de enige deur van de ruimte waar ik lag geopend.

‘Wie?’ zei ik zacht. Het bleef stil, ik wist dat er een persoon in de ruimte was. Er werd een kaars aangestoken. Langzaam vulde de ruimte zich met een zwak licht. Iemand ging op mijn bed zitten. Ik wist dat er een mens naast mij ging zitten, maar wist absoluut niet of het een man of vrouw was. Het was een mens geheel gekleed in het zwart. Ook het gezicht en hoofd waren totaal bedekt. Aan de ogen zag ik dat het waarschijnlijk een vrouw was.

‘Maak je niet druk, Martha, er zal je lichamelijk niets aangedaan worden. Je zult alleen financiële nadelen ondervinden. Misschien raak je alles kwijt wat je zekerheid bood in je leven. Je zaak, je geld, maar je zult het er levend vanaf brengen, mits je blijft meewerken’, vertelde de onbekende vrouw mij terwijl ze naast mij op het bed zat.
‘En daar moet ik dankbaar voor zijn? Denken jullie nu werkelijk dat jullie mij dit aan kunnen doen en dat er niets gebeurt? Dat er geen politie op jullie zal jagen? En wat houdt dat meewerken precies in?’
‘Zoals jij hier nu ligt? Geconfronteerd met je eigen naïviteit? Ja, daar mag je best dankbaar voor zijn. En dat meewerken? Denk aan je handtekening zetten als je dat gevraagd wordt.’ 
Ik begreep dat ik hier niet simpelweg met mijn verzorgster te maken had. Ze sprak perfect Nederlands.
‘Wat gaat er nu gebeuren?’ vroeg ik. 
Ik stierf van de zenuwen, maar voelde ook mijn overlevingsdrang. Ik bewoog mijn benen en merkte dat mijn rechterbeen niet omhoog kon, ik zag dat mijn been ter hoogte van mijn enkel vastzat met metalen boeien.
‘Er wordt op dit moment van alles voorbereid om jouw eigendommen te onteigenen. En je gaat volledig meewerken, want wij hebben deze foto’s voor jou.’ Ze drukte een stapeltje foto’s in mijn handen die ik direct bekeek. Mijn adem werd afgesneden. Ik zag Cinthia in een stad, samen met mijn schoonzoon. Ik zag een beeld van Ralf in het tehuis waar hij zijn hele leven al verzorgd werd. En ik zag beelden van mijn vriendinnen.
‘Een originele maffia-achtige afpersing. En jullie denken hiermee weg te komen?’
‘Wij denken niets, wij weten dat we hiermee wegkomen. Want als je alles kwijt bent, blijven wij je leven monitoren. En als je ook maar iets onderneemt, dan sneuvelen je geliefden.’
‘Waarom? Wat heb ik jullie aangedaan?’
‘Niets, je hebt ons niets aangedaan. Het is gewoon zakendoen. We hebben inmiddels verschillende gezinnen in Europa die onze familie zijn geworden.’
‘Jullie familie?’
‘Jawel, zo zien wij dat. Je wordt onze familie.’
‘En als ik nu weer iets opbouw, weer veel geld zou hebben, pakken jullie het dan weer af?’
‘Nee. Dit is eenmalig.’
‘En jij denkt dat ik dat geloof van een crimineel?’
‘Maakt niet uit wat je denkt. Het is zoals het is.’ 
Ik voelde mijn bloed koken. Ik had zin haar naar de keel te grijpen, mijn nagels in haar slokdarm te steken. Ik was woedend, de onmacht die ik voelde was misselijkmakend.

‘Hoe lang moet ik hier blijven?’ vroeg ik koel. Ze ging van mijn bed af en liep naar een laag kastje met twee lades bovenin. Ze trok één van de lades open, pakte er iets uit en draaide zich direct om. Ze liet mij een pistool zien, helemaal verchroomd. Ze kwam weer op bed zitten. Ze trok de bovenkant van het pistool naar achteren. Ik hoorde een harde klik.
‘Stel je voor dat de kogel die nu in de kamer van dit wapen zit, voor jou is.’
‘Het familiebedrijf in werking, zie ik. Dit is het gereedschap dat bij het product hoort.’ 
Ik zag dat deze woorden haar irriteerden.
‘Precies, jij hebt hem door, Martha van Salingen.’
‘Als je die kogel nu eens stopt waar de zon niet schijnt bij jou?’
‘Jij durft’, zei ze met een hardere stem dan een minuut geleden.
‘Natuurlijk durf ik. Je schiet je product niet aan flarden voordat je geïncasseerd hebt. Jij dreigt mij met een wapen dat je niet gaat - en ook helemaal niet kan - gebruiken. Dan zie ik het gewoon als jouw speelgoed. En nog wat: waarom geen echt rijke mensen? Ik ben nog geen miljoen waard.’ 
Ze lachte schaapachtig.
‘Daar heb je een punt. Bij de één werkt het wel, bij de ander niet.’ 
Ze stond weer op van mijn bed en legde het wapen weer terug waar het vandaan was gekomen. Ik wist nu in ieder geval waar het lag. ‘We nemen geen echt rijken, omdat deze in veel opzichten veel beter beschermd zijn. Niet alleen fysiek, maar ook intellectueel.’
‘Dat snap ik niet’, voegde ik snel aan haar laatste opmerking toe. Ik wilde haar laten praten om zo veel mogelijk informatie te krijgen. Ze vond het heerlijk over de methode te praten en misschien wel het waarom. Ik wilde haar alle ruimte geven. Ik hoorde een deur dichtslaan achter de deur van de kamer waarin ik lag. Er was iemand binnengekomen.

Als je interesse hebt, stuur dan een column van jouw hand naar trudynielsen1967@yahoo.com. Of stuur een PM. Je krijgt z.s.m. een reactie.

Eindredactie FOK!columns