Over geiten en groene blaadjes

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: ik val op jongere mannen. Zelf denk ik dat dit niet zo is, maar mijn omgeving weet het zeker. Die spreken van de ontkennende fase en gebrek aan zelfkennis als ik tegensputter. Volgens mij val ik gewoon op leuke mannen. Hoe oud ze zijn, zal me eerlijk gezegd worst wezen. Maar na twee relaties met jongere mannen heb ik de schijn tegen. Daar doe je niets aan.

Uitzondering ben je trouwens heus niet meer als je op gupjes valt. Het jongere-man-rijpere-vrouw-principe is de hipheid alweer bijna voorbij. Welke gescheiden, vrouwelijke veertiger heeft  tegenwoordig niet kortere of langere tijd een relatie met een broekie? Al was het alleen maar even voor het leuk en de louterende werking die ervan uitgaat. Niets geks meer aan. Het moest er natuurlijk een keer van komen, gezien het grote verschil in seksuele pieken. Hij op zijn achttiende, zij tegen haar veertigste. Een welhaast slechte grap van Moeder Natuur. Bijna logisch dat we elkaar ooit tegen zouden komen. Het heeft goed beschouwd nog vrij lang geduurd.

Beeldschone filmsterren en een enkele BN’er gaven ons jaren geleden reeds het goede voorbeeld. Wij volgden maar al te graag. Niet dat ik het gezelschap waarin ik verkeer nou altijd even verheffend vind. Miss Paay en haar Nicky bijvoorbeeld. Als smakeloosheid toch weer een overtreffende trap blijkt te hebben, weet La Paay hem te vinden. Om smakeloos te zijn heeft Patricia die verwende melkmuil echter helemaal niet nodig. Dat kan ze prima alleen. Wat dat betreft schuilt er misschien meer feminisme in haar dan je op het eerste gezicht zou denken.

Gelukkig zijn er ook genoeg stijlvolle voorbeelden. Ik en mijn lief bijvoorbeeld, doen het bijzonder leuk. Al zeg ik het zelf. Ik moet wel de hele dag flauwe leeftijdsgrappen aanhoren, die hij graag en voortdurend maakt. Maar dat heb ik er wel voor over en zolang ik mijn benen nog in mijn nek kan leggen, radslagen maak op het grasveld voor mijn flat en hij daar niet aan kan tippen, moet hij helemaal niet zeuren. Dat snapt ie zelf ook wel. Die radslagen maak ik overigens alleen als ik uit ben geweest en net een biertje te veel heb gedronken. Midden in de nacht over het algemeen. Als iedereen slaapt. Wat maar goed is ook, want ik draag alleen maar jurken en rokken. Radslaggewijs iets minder handig, zal ik maar zeggen. Over smakeloos gesproken. Daar kan Patries nog een puntje aan zuigen.

We kunnen er lang of kort over praten: eigenlijk is het klinkklare onzin, dat gedoe over leeftijd. Dat weten wij en al die andere setjes al lang. Ik houd van hem en hij houdt van mij. Daar gaat het om. Niet meer en niet minder. Wij blij. Familie blij. Vrienden blij. Waar hebben we het over? Mijn vader, wel wat gewend inmiddels, haalde in ieder geval zijn schouders op. ‘De vorige was tien jaar jonger. Nu scheelt het acht jaar. Ik zie een stijgende lijn, meisje,’ was zijn droge commentaar. En zo is het maar net. We blijven groeien. Op welke manier dan ook. En bovenal in de liefde.