Krabbelen aan de korst op je voorhuid

Sinds mijn scheiding ben ik volledig autosatisfact. Al mijn genot genereer ik helemaal zelf. Zelfbevrediger uit overtuiging. Al gedurende mijn hele huwelijk had ik de nauwelijks te bedwingen neiging mij over te geven aan allerlei heimelijke lichamelijke genoegens. Maar slechts zelden kwam het er van dat ik mij in bed stiekem op mijn zij kon draaien om, ik noem maar iets alledaags, eens uitgebreid alle oneffenheden uit mijn framboos te pulken.
En was zij al eens van huis om boodschappen te doen of om zich aan één van haar overige natuurlijke zorgtaken te wijden, dan weerhield de aandachtopeisende aanwezigheid van één of meer van mijn kinderen mij er wel van om met de extra lange nagel van mijn pink tot vlak onder mijn oogbal in mijn neusgat te wroeten. Het liefst had ik langs deze weg op zoek gegaan naar zo’n heerlijk stukje gestold neusvocht dat zich om een neushaar heeft verstrengeld en dat zich, na een lang en geconcentreerd gevecht gewonnen geeft. Eenmaal onder de vingernagel gevangen geeft dat een sidderend bevrijdend gevoel als apotheose.
Maar nee, in plaats daarvan zat ik te ministecken of liet ik de wipkip van het Segbroekpark door mijn zoontje misbruiken.

Sinds onze wegen uitéén zijn gegaan is het enige, waarin zij mij ervan weerhoudt om mezelf eens lekker te verwennen, de maandelijkse helledaad van het overschrijven van de alimentatie naar haar rekening. Wat zij niet weet is dat ik zo moeilijk mijn primaire behoeften kan uitstellen, dat ik de overschrijvingskaart met het afgescheurde gekartelde gedeelte eerst een avontuurlijke tocht over mijn scrotum laat maken. Dat brengt namelijk een heerlijke tinteling teweeg. De giroenveloppe gom ik vervolgens dicht met wat vrijgekomen voorvocht.
Waarna ik weer overga tot de orde van de dag.

Hoe ziet zo’n dag eruit?
Meestal word ik sluimerend wakker met het besef één te zijn met mijn bed. Dan strek ik de benen extra en wel zodanig dat de strekking zich met ingehouden adem voortzet tot in de ruggengraat, waarbij ik het onderlichaam buiklings tegen het matras aandruk. Plotseling word ik me dan bewust van een aangename seksuele prikkeling en tegelijkertijd besef ik dat ik een uiterst volle blaas heb. Hetgeen gezamenlijk ooit de inspiratie aan Jan wolkers gaf voor één van de meest poëtische uitingen in de Nederlandse literatuur: de ODOL. Die in die hoedanigheid extra gevoelig is en veel aandacht van me krijgt, alvorens ik toegeef aan de roep van de blaas om ontvankelijk heerlijk kletterend porselein. De eerste urinelozing van de dag wordt door mij dan ook steevast het geilzeikje genoemd.
Op de terugweg naar bed -je moet nooit in één keer opstaan- schuurt de met opzet iets te krappe boxershort baldadig langs de edele delen. Op dit moment zou je heel goed de assistentie van fluweelzachte vrouwenhanden kunnen gebruiken, maar uiteindelijk blijkt dat je jezelf ook best kan behelpen. Zeker als je de boxershort niet uitdoet en de aldus opgebouwde tegendruk benut om de opwinding te vergroten. Bijkomstig voordeel is dat het zaad daarin eenvoudig kan worden opgevangen. Waarna je je overgeeft aan een heerlijke ochtendslaap.

Zo rond half twaalf stap je uit bed en bel je je werk af. Zo’n nasaal telefoontje dat benadrukt dat je je nabestaanden alvast bijeen hebt geroepen om je schulden eerlijk te verdelen. Een telefoontje dat de ontvangende partij met een dik schuldgevoel achterlaat, omdat ze het kennelijk ongezien zover hebben laten komen. De fruitmand is al onderweg.
Waarna je kwiek onder de douche stapt en al wassend en proestend alle lichaamsopeningen betast, bekrabt en uitpulkt. Uit je hand inhaleer je wat lauwwarm water, waarna alles wat zich de hele nacht in de neus heeft opgehoopt met een ferme ademstoot in het doucheputje gesnoten wordt. Na zo’n drie kwartier onder de hete straal te hebben gestaan, waarbij je de sproeiende douchekop toch maar weer eens een keer of wat langs binnenkant dijen en over de eikel hebt laten gaan, geef je je over aan het afdrogen met een aan de lucht gedroogde dus extra harde handdoek. Met –hoe kan het ook anders- extra aandacht voor de schaamdelen. Met boxershort en schone sokken aan plaatsnemen op de driezitsbank in de voorverwarmde huiskamer en met een stapel dikbesmeerde boterhammen en een liter volle melk onder handbereik de lekkere wijven van de vage televisieshows van RAI-UNO aan je voorbij laten gaan. Onderwijl bewerk je jezelf in oren, neus en ogen. De neus is favoriet. Ik kan er maar niet afblijven. Op mijn manier ben ik gokverslaafd. Maar ook de huidschilfers in en om de oren, ellebogen en plekken op de onderbuik vragen om extra aandacht en voelen, eenmaal knel onder de vingernagel weldadig aan als ze omzichtig van hun plaats op de huid worden verwijderd.
Daarna wordt de navel uitgepulkt, waarin zich als je geluk hebt nog een wolkje stof bevindt van het T-shirt dat je de afgelopen drie weken hebt gedragen.
Tot slot zijn de oksels aan de beurt. Beide kanten worden met de handpalm gescrubd, tot de huid daar wat ruw begint aan te voelen. Een delicaat klusje waarbij de beoogde op te wekken aangename jeuk plotseling in een schrale, schurende pijn kan omslaan. Ondoordacht gebruik van een deodorant daarna kan leiden tot een spontane, maar volstrekt onvrijwillige vogeltjesdans.

Rond een uur of half twee ben je aangekleed en neem je plaats in je auto. Je rijdt een klein stukje tot op een stil plekje en parkeert hem zodanig dat de zon door de voorruit op je gelaat naar binnen schijnt. De haastig bij een benzinestation gekochte met rozijnen gevulde chocolade spoel je weg met een fles multifruitsap, waarna je de om zijn interviews zo boeiende Playboy die je over je stuur had gedrapeerd weer opzij legt, om vervolgens je stoel omlaag te draaien. Je zet het raam iets open voor wat frisse lucht, doet je deur op slot en met de contactsleutels in de hand zijg je achterover in je stoel om nog even een half uurtje slaap te pakken.       
Eenmaal wakker bel je één van je vrienden om, heerlijk leunend aan een bar, het zwaarste Belgische bier in liters naar binnen te laten glijden. Zuchtend sta je op om in het aanpalende etablissement nog een viertal haringen achterover te slaan, waarna je vermoeid maar voldaan de thuisreis weer aanvaardt.
Onderweg bestel je vervolgens Cherida, je favoriete escortgirl en ex-raamprostituée. Na de daad escorteer je háár naar haar Renault Clito en kom je dan onverhoopt een bekende tegen dan zeg je schalks: “Dit is Cherida, ze deed vroeger iets met Windows. Ze zat er achter ten minste…”
De dag zit er al weer bijna op. Nog een patatje of een uitsmijter met rosbief en dan over tot het avondritueel: een voetbalwedstrijd op de buis, biertje in de ene hand, terwijl de andere hand zich gedachteloos een weg door het schaamhaar baant.

Soms kapt mijn lichaam ermee. Dan reutelen mijn darmen, ontstaan er spontaan open wonden in de nieuwste herfsttinten en zit er gruis in de pisbuis. Dan lig ik met hoge koorts een uur of twee te bedenken hoe ik mij het beste van de ene afgestorven kant op de andere kan draaien. Maar zelfs al lig ik aan alle kanten te lekken en leeg te lopen en heb ik noodgedwongen mijn smaakpapillen de sensatie van de herkenning laten hebben met halfverteerd voedsel van de voorgaande vijf dagen, dan nóg kan er een orgastische siddering door de ruggengraat gaan als ik maar moet niezen. Van mijn lichamelijke geneugten, waarvan ik hier maar summier een exposé heb kunnen geven, is niezen toch eigenlijk wel de lekkerste. Niezen! Het is een gigantische kick om de nies af te wachten. Er voltrekt zich een soort extatisch voorspel, waarna de ontlading bijna gelijk staat aan klaarkomen. Bijna, want na elke nies zou ik het zó weer kunnen.
Wat ik van klaarkomen niet kan zeggen.
En als ik niet moet niezen, dan wek ik dat wel op. Dagelijks trek ik één voor één mijn neusharen uit. Waarbij de tranen me soms in de ogen staan. De nies is dan al heerlijk dichtbij. Eén blik in het volle licht van de leeslamp en ik beleef weer bijna een hoofdelijk orgasme. 

Ter vervolmaking van mijn genot denk ik er nu ernstig over om de clitoris van mijn ex in mijn neus te laten implanteren.

Die doet er toch nooit wat mee.

© Karel Kanit