Natuurlijk evenwicht

Als gevolg van het broeikaseffect rukt de palmboomgrens op tot de kusten van Groenland. De tijd is niet ver meer dat we zonvakanties gaan boeken aan de arctische rivièra. De ‘polar bear’ zal nog slechts een merknaam zijn voor exclusieve noord-Canadese badkleding. In die zin is het pleit reeds beslecht voor de ijsbeer: hier en daar nog één in een verwaarloosde middeneuropese dierentuin en voor de rest uitgestorven. Opgezet in het museum naast de mammoet en de dodo.

Daar waar mogelijk, maar vaak tegen beter weten in, proberen milieuorganisaties nog te redden wat er te redden valt. Hun ultieme doel is het herstellen van het natuurlijk evenwicht. Onder meer vanuit die overweging is men overgegaan tot zulke extremiteiten als een zeehondencrèche en een zebraveulenpeuterspeelzaal.
Dat men in de zorg kan doorschieten, blijkt nu uit de overpopulatie aan zeehondjes in de Waddenzee en wijde omstreken. Er kan geen schip fatsoenlijk door een vaargeul gaan of men hoort het knerpende geluid van brekende schedeltjes. Omdat het zeehondenbont op die manier ook geen flikker meer opbrengt, is er nu een speciaal werklozenproject opgezet om het evenwicht tussen het aantal zeehondjes en de vierkante meters beschikbare respectievelijk benodigde habitat te herstellen. De –meest- langdurig werklozen krijgen vooraf een speciaal voor hen opgezette knuppelcursus en hebben vervolgens de opdracht om een dagmoyenne van minimaal vijfduizend zeehondenlijkjes te halen. Zo snijdt het mes aan twee kanten: het wordt minder verdacht om je in zeehondenbont te hullen -want je werkt mee aan het herstel van het natuurlijk evenwicht- en werklozen doen uiterst relevante werkervaring op.

Voor het overige valt er in Nederland weinig meer te herstellen. Het natuurlijk evenwicht is al sinds mensenheugenis de legitimatie voor het verschijnsel ‘jager’. Het is zelfs zo dat er een enorm overschot aan jagers is ontstaan bij gebrek aan voldoende wild om af te schieten. De regering overweegt nu serieus om dit overschot weg te werken met behulp van de inzet van TBS’ers die een taakstraf opgelegd hebben gekregen, die in het verlengde ligt van hun moorddadige delicten.

Een heel ander verhaal speelt in Noord-Brabant, van oudsher de bakermat van de varkens. Als gevolg van de varkenspest van enkele jaren geleden is het aantal varkens nog steeds schrikbarend laag. Zelfs zodanig dat de nog resterende populatie zich in een te laag tempo voortplant om de soort in stand te kunnen houden. Varkens zijn lui, ook waar het gaat om het hebben van vleselijke gemeenschap. Daarom wordt nu –eveneens in het kader van arbeidsreïntegratie- letterlijk de helpende hand toegestoken. Driemaal daags wordt het sperma bij de beren –de mannetjesvarkens- afgetapt. Dat vergt overigens de nodige organisatie en tevens de selectie van geschikt vrouwelijk personeel. De beren zijn namelijk tamelijk kieskeurig en laten zich alleen ‘behandelen’ door apetijtelijk uitziende, kortgerokte en welgevormde dames van voor in de twintig. Driemaal daags zorgen nu zo’n veertig ‘meisjes’ voor een massaal tevreden geknor in diverse veehouderijen in West-Brabant. Naast een basisloon, ontvangen de vrouwen een bonus voor een minimaal aantal afgewerkte varkens. Ook hier snijdt het mes aan meerdere kanten, want behalve de spreekwoordelijke werkervaring die men hiermee opdoet, blijkt ook nog eens het seksleven van veel van de dames een belangrijke impuls te hebben gekregen. Zonder uitzondering zijn hun partners en echtgenoten enthousiast over de toegenomen prestaties in de echtelijke sponde.
Een enkele keer echter gaat het minder goed. Zo zijn er vrouwen bij die affectie en liefde ontwikkelen voor één beer in het bijzonder, verrukt als ze zijn over de schier oneindige productie waartoe de varkens in staat blijken. Het aantal buitenechtelijke verhoudingen in dit nog jonge beroep is dan ook opvallend hoog. Evenmin is dit werk van gevaren ontbloot. De eerste twee dodelijke slachtoffers zijn reeds gevallen. Eén van hen is doodgedrukt onder het goedbedoelde overgewicht van een hevig opgewonden beer en de ander is gestikt in het varkenszaad dat letterlijk alle luchtwegen en poriën afsloot.
Men heeft direct maatregelen getroffen en een roulatiesysteem in het leven geroepen, waardoor de dames maximaal één keer per jaar dezelfde beer een handje kunnen helpen. Tevens moet het afgelopen zijn met het naspel; direct na de handeling dient men de stal te verlaten en ook is er een rookverbod ingesteld.
In de voorafgaande training worden de dames er ten overvloede nog eens nadrukkelijk op gewezen dat hun bemoeienis van zeer korte duur dient te zijn.

En dat is een les die we in het algemeen kunnen trekken uit de actieve bemoeienis van de mens met de natuur. Die dient van korte duur te zijn, heel even maar. Het voorkomt aan de ene kant overbevissing, het uitsterven van planten en dieren en de kaalslag door ontbossing. Anderzijds voorkomt het de oververtegenwoordiging van één bepaalde dieren- of plantensoort. Of, zoals in bijvoorbeeld in zeehondencrèches of in vormen van miereneteropvang op de loer ligt; een onnatuurlijke vorm van wederzijdse affectie met alle risico’s vandien.

Op de beteuterde vraag van een lippentuitende cursiste van de varkensmasturbatiecursus of het écht maar heel even is toegestaan je intiem in te laten met een mannetjesvarken, paste als enig juiste antwoord:

“Natuurlijk even, wicht!”


© Karel Kanits