Boek: Michel Faber - Gods Speelgoed

Gods speelgoed (tevens titel van het boek) is één van de 15 verhalen die in de bundel staan. De verhalen zijn ongeveer 10 tot 30 pagina’s lang en ze houden je dus stuk voor stuk ongeveer een half uurtje zoet. Heel erg zoet kan ik eigenlijk beter zeggen. Elk verhaal is compleet uniek, zowel in stijl als het feit dat ze totaal geen verband met elkaar hebben. Ze blinken echter allemaal uit in fantasie. Zo beschrijft hij in één van zijn verhalen het leven van de linkerhand van de fabriekswerkster Nina. De rechterhand heeft een duidelijke hekel aan de linkerhand, maar toch ook een lichte angst. Deze is namelijk bijna identiek aan hemzelf, maar gelukkig mag hij de meeste taken uitvoeren. In het titelverhaal Gods Speelgoed wordt duidelijk dat God een jongen is die in het heelal woont en ooit een keer een planeet heeft gevonden in de vuilnisbak van het heelal. Meteen is God gefascineerd door het prachtige bolletje en hij hangt hem dan ook boven zijn bed. s’Avonds hoort hij hele zachte stemmen die hem toespreken, maar waar hij eigenlijk weinig mee kan. In De Rode Betonmolen lezen we het verhaal van een vrouw die net is gestorven. Ze is neergeschoten door een inbreker en haar geest achtervolgt hem vervolgens tot aan zijn bed om erachter te komen wat voor man het is die haar heeft neergeschoten.

Het zou zonde al te veel te verklappen, want dit is echt een bundel die je moet raken door de originaliteit van de verhalen. De diversiteit van de verhalen is in ieder geval echt lovenswaardig. Sommige verhalen staan in de derde persoonsvorm, anderen weer in de ikvorm. Je wordt meegevoerd naar een fantasiewereld waarin de vissen de macht over de aarde hebben overgenomen, naar Bharatan in Afrika en je ziet de wereld door de ogen van een jonge snelle reclameman.