Hulpverlener veroordeeld voor ontucht met minderjarige cliënt

De rechtbank veroordeelt een 42-jarige man uit Arnhem voor het plegen van ontucht met een minderjarige cliënt. Hij krijgt hiervoor een celstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Aan het voorwaardelijk deel zijn bijzondere voorwaarden verbonden. Ook legt de rechtbank een beroepsverbod op.  

De man bekende tijdens zijn rechtszaak dat hij zich begin 2022 als hulpverlener schuldig maakte aan het plegen van ontucht met een zeer kwetsbaar 15-jarig meisje. Daarbij was hij volledig op de hoogte van haar traumatische voorgeschiedenis. 

Veel impact
Als begeleider kreeg de man de taak om het meisje te beschermen. In plaats daarvan maakte hij misbruik van haar kwetsbaarheid ter bevrediging van zijn eigen lustgevoelens. Hij maakte hiermee een grove inbreuk op de lichamelijke en psychische integriteit van het slachtoffer. De tijdens de zitting door het slachtoffer en haar moeder voorgelezen slachtofferverklaringen maakten indringend duidelijk welke impact het ontucht had. De rechtbank rekent de man dit alles zwaar aan.

Andere straf dan eis
De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren. De rechtbank let bij het bepalen van de straf op straffen die doorgaans worden opgelegd in vergelijkbare zaken. Ze komt daarom tot een andere straf dan de officier van justitie.  

Bijzondere voorwaarden
Voor het voorwaardelijke strafdeel geldt een proeftijd van 3 jaar en hieraan verbindt de rechtbank bijzondere voorwaarden. Zo moet de man zich melden bij de reclassering en zich laten behandelen. Verder geldt een contactverbod met het slachtoffer. Daarbij legt de rechtbank een beroepsverbod op, zodat de man de aankomende 5 jaar niet als hulpverlener kan werken. Het beroepsverbod gaat per direct in. 

Schadevergoeding
Tot slot moet de man aan het slachtoffer smartengeld betalen van 4 duizend euro.