Moet de universiteit waken voor diploma-inflatie?
Het percentage hoogopgeleiden in Nederland stijgt al sinds het begin van deze eeuw. Dat lijkt mooi nieuws, als het betekent dat we allemaal slimmer en kundiger worden. Maar diploma-inflatie ligt op de loer.
Een bekende van mij heeft een bijbaantje bij een bedrijf dat scripties nakijkt. Een zwakke HBO- of WO-scriptie kan, met wat nakijkwerk en tips, vaak net naar een voldoende worden getild. Maar soms vraag je je af of een student wel een diploma moet krijgen. Begrijp me niet verkeerd: ik misgun niemand een diploma. Maar de standaarden die opleidingsinstituten hanteren hebben wel maatschappelijk belang.
Het is begrijpelijk dat een opleidingsinstituut de druk voelt om studenten te laten slagen. De druk is enerzijds financieel: de universiteit of hogeschool krijgt subsidie op basis van het aantal afgestudeerden. Anderzijds is er een persoonlijke prikkel: als docent wil je een student helpen en niet tegenhouden. Het is hardvochtig om een student die jarenlang een studie heeft gevolgd, niet te laten afstuderen als hij het gewenste niveau maar niet blijkt te halen. Een diploma brengt geld in het laatje en maakt de student blij. Hierdoor ligt diploma-inflatie op de loer: een HBO- of WO-diploma wordt steeds minder waard (bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt).
Is het erg als een diploma minder waard wordt? Niet per se, maar het betekent wel wat voor ons hoger onderwijs. In Nederland hebben we een systeem waarbij er geen significant verschil zit in de kwaliteit van verschillende hogescholen en universiteiten. In de VS of het VK is dat anders: daar vindt heftige competitie plaats tussen opleidingsinstituten. Een diploma van Harvard is duidelijk meer waard dan van de University of Kentucky. Wanneer de waarde van een diploma van een Nederlandse universiteit vermindert, zal er meer vraag komen naar een universiteit die hogere standaarden hanteert en dus een waardevoller diploma levert. Het directe gevolg van diploma-inflatie is meer differentiatie tussen Nederlandse opleidingsinstituten.
Differentiatie is niet direct slecht, maar gaat wel in tegen een lange traditie van egalitarisme in het Nederlandse onderwijssysteem. Lang was het zo dat iedereen met een HAVO- of VWO-opleiding in principe naar elke HBO respectievelijk WO moest kunnen gaan. En naar welk instituut je ook ging, je kon er van op aan dat je een goede opleiding kreeg. Meer differentiatie zal dat landschap veranderen: de topstudenten krijgen een topopleiding, de mindere studenten een minder goede opleiding.
Vind je dit géén goede ontwikkeling, dan is differentiatie een probleem. En [pullquote] wil je differentiatie voorkomen, dan moet je diploma-inflatie voorkomen.[/pullquote] Dat kan betekenen dat je een student die wel zijn best doet maar niet het vereiste niveau haalt, toch laat zakken. Het opleidingsinstituut moet hier een keuze in maken. Maar ook de landelijke overheid heeft een rol: wil je diploma-inflatie voorkomen, dan moet je de prikkel wegnemen om zoveel mogelijk mensen af te studeren en de opleider niet meer per diploma subsidiëren, maar per ingeschreven student. Een student die zakt of uitvalt heeft dan geen financiële impact op het opleidingsinstituut.
Deze column werd geschreven door Yourai van schrijverscollectief Kaf.