Kom maar op met je bewijzen!

Thako van den Heuvel

Een ouderwetse discussie over geloof. Ik ben er dol op. Vooral omdat ik vaak zo verbaasd ben over het feit dat met name de gelovigen om bewijsvoering wordt gevraagd. De fanatiekste goddelozen - die menen dat alles wetenschappelijk bewijsbaar moet zijn, om waar te zijn - eisen van gelovigen dat zij met bewijzen komen. Anders zijn ze achterlijk. Niet van deze tijd. Of gewoon naïef. Maar voor vol wordt men dan niet snel aangezien door deze extremistische heidenen.
Wordt het onderhand niet eens tijd dat deze ketters zelf met passend bewijs voor het niet bestaan van een God komen?

Even voor de goede orde. Ik ben praktiserend atheïst.
Ik ben Katholiek opgevoed. Ik heb me in mijn pubertijd verdiept in Oosterse denkwijzen. Ik heb enorm open gestaan voor allerhande vage, geestelijke zaken. Ik ben daarna nog vijf jaar Wedergeboren Christen geweest. Toch heb ik uiteindelijk besloten dat ik het allemaal niet meer geloof. Verder zonder rancunes hoor. Het was mijn eigen keuze om een godsbeeld uit mijn leven te bannen. Een beslissing dus.

Wat ik achteraf kan stellen, is dat ik in al die verschillende perioden in mijn leven, steeds weer in een totaal andere werkelijkheid leefde. Ik durf te zeggen dat ik geen volslagen idioot ben en redelijk goed uit mijn woorden kom. Met verve heb ik dan ook steeds weer mijn op dat moment geldende overtuiging verdedigd. Lullig natuurlijk, als je achteraf ziet dat je met een nieuwe overtuiging, de vorige weer af moet wijzen. Een nieuwe keuze is dus een afwijzing van de vorige en de volgende zal de huidige teniet doen. Maar op dat zekere moment heb je toch echt maar één waarheid.

Niet bewijsbaar maar toch waar. Lastig? Nou, nee. De menselijke geest werkt nu eenmaal zo. Eerst ben je fan van Fransje Bauer en het jaar daarop ben je idolaat van Jan Smit. Je grootste liefde kan een maand later de grootste bitch of klootzak zijn. De ene dag ben je depressief en haat je jezelf en de volgende dag zie je het weer zitten met jezelf. Steeds weer twee totaal verschillende waarheden over dezelfde persoon, binnen hetzelfde tijdsbestek en binnen hetzelfde brein. Maar bewijs het allemaal maar eens!

Maar goed. Dat geldt dus ook voor de verstokte godslasteraar. Bewijs maar eens dat er geen God is. Dat er geen andere, geestelijke werkelijkheid bestaat. Hoe zeker weet de atheïst dat Jezus niet hoogstpersoonlijk naast hem staat, als hij zit te schijten of GTST volgt? Hij ziet hem niet, maar dat is nu ook weer net inherent aan een geestelijke wereld, waarin geen fysieke lichamen noodzakelijk zijn. Er blijft altijd de theoretische kans, dat er meer is tussn hemel en aarde.
Deze ongelovige kan wel besluiten die kans te negeren. Doen alsof hij niet bestaat. Waarmee hij feitelijk dezelfde tactiek hanteert als de gelovige. Maar bewijzen? Nee. Er kan geen apparaat in het schijthuis worden geïnstalleerd, dat onomstotelijk de afwezigheid van de Zoon van God zal bewijzen.

Waar haalt de gemiddelde atheïst dan eigenlijk het lef vandaan om het geloof van een ander zo overtuigd te ontkennen? Dat is in mijn ogen net zo asociaal als de gelovige die de ongelovige niet voor vol, of zelfs minderwaardig aanziet. De ontkenning van een God is even persoonlijk, onbewijsbaar, irreëel, maar ook even tastbaar als de erkenning ervan. Iedereen richt toch het hele leven in op één van deze twee aannames.

Je gelooft altijd in het bestaan of in het niet bestaan van een hogere macht. Of in de wetenschap, die ook niet onfeilbaar is. Maar het is allemaal geloof.

Dus kom maar op met die bewijzen! Weet wel dat ik vrijwel alle argumenten al heb gebruikt en achteraf ook weer heb weerlegd.