Peter Post: een kei van een man

Als mens zou ik Peter Post waarschijnlijk niet hebben gemogen. Maar als ploegleider vond ik hem de beste die er was.
Johan Cruijff heeft het totaalvoetbal bedacht en ingevoerd; Peter Post heeft hetzelfde gedaan met het wielrennen. Totaalwielrennen wil zeggen dat je altijd werkt voor de ploeg. Of je nou zelf klassiekers kan winnen of niet, je werkt voor degene die van de ploeg de meeste kans heeft om te winnen in de koers. Je maakt afspraken over de tactiek. Gek genoeg werd dat voor de tijd van TI-Raleigh nauwelijks gedaan. De renners van de meeste ploegen deden wat dat betreft maar wat.
De ploeg Post werd strak geleid. ‘Discipline’ is wel het woord dat Post het vaakst zal hebben uitgesproken. Net als in het totaalvoetbal waren de discipline en de verbondenheid met het team doorslaggevend voor TI-Raleigh. Alleen daardoor kon de ploeg in die tijd heersen in wielerland net zoals Post zelf heerste in de zesdaagse wedstrijden. De ploeg werd de ‘Posttrein’ genoemd en niet voor niets.

De mooiste overwinning tijdens het regiem van Post was natuurlijk de Tourzege van Joop Zoetemelk.
Joop reed in 1980 voor het eerst voor Post. Zonder die ploeg had Joop waarschijnlijk de Tour nooit gewonnen. Hij was al diverse keren tweede geworden, maar met het sterke collectief van Post kon hij eindelijk de zo lang begeerde overwinning realiseren. We zullen nooit weten wat er zou zijn gebeurd als Bernard Hinault geen peesontsteking aan zijn knie had gekregen, want Hinault had de proloog al gewonnen en domineerde de koers tot hij moest uitvallen. Maar zeker is wel dat ook Hinault het erg moeilijk zou hebben gekregen tegen de sterke Raleighformatie.
Peter Post had het al voorspeld.
“Alleen met ons kan Joop de Tour winnen,” had hij gezegd.
De discipline in de ploeg en het organisatietalent van Post brachten de ploeg ook veel zeges in de ploegentijdritten en ook dat was een belangrijke troef in de Tour die Joop won. Met de gewonnen ploegentijdrit maakte Joop al de dag na de door Hinault gewonnen proloog de tijd op de Fransman meer dan goed.

En ploegentijdritten werden vaak gewonnen door de ploeg. Post en zijn ploeg introduceerden het rijden in enkele en dubbele waaiers tijdens de ploegentijdrit. De enkele waaier kun je het beste gebruiken als er vrij grote verschillen in sterkte van de renners zijn. De sterkste man kan dan langer op kop rijden dan de zwakste. Zijn de renners van ongeveer gelijke sterkte dan kun je vaak beter een dubbele waaier vormen, zodat er twee rijen ontstaan. Bij sterke wind kan dat voordeel bieden omdat de uitzakkende renners in de wind gaan rijden zodat de renners die overnemen in de luwte rijden.
Deze manier van rijden is niet alleen handig bij ploegentijdritten, maar ook bij wegwedstrijden waarbij de wind gunstig staat voor het waaierrijden. Ook in die discipline waren de ploegen waaraan Post leiding gaf jarenlang de sterkste.
Ook in een ploegentijdrit en in het waaierrijden is discipline een noodzaak. Post begreep dat als geen ander.

Maar niet alleen in de koers wilde hij discipline.
De ploeg moest altijd representatief zijn. Netjes in het pak met stropdas tijdens de ploegvoorstelling.
Post wilde ook dat de renners tenminste honderd procent met hun vak bezig waren. Daarom haalde hij Zoetemelk ook. Joop was zo’n renner.

Raas was de renner die de strakke leiding van Post niet meer accepteerde. Dat was in 1983. Het gekke is, dat Raas als ploegleider later zelf ook discipline noodzakelijk achtte om koersen te winnen. Misschien accepteerde hij het niet meer van Post, omdat hij zelf ook dominant is. Iemand die zelf wil domineren, kan zich moeilijker onderwerpen aan een ander en bij Post moest Raas zich nu eenmaal schikken naar de eisen van de ploegleider.

Maar Post was niet alleen de keizer van de ploegen TI-Raleigh en Panasonic. Hij was ook de Keizer van de Zesdaagse, ook al vinden de Belgen dat Patrick Sercu dat was. Post won trouwens samen met Sercu veertien keer een zesdaagse. Dat is vijf minder dan dat hij met Fritz Pfenninger deed.

En natuurlijk kun je momenteel in iedere krant lezen dat hij in 1964 Parijs-Roubaix won. De kranten vermelden dan dat hij nog steeds het hoogste uurgemiddelde heeft staan, maar dat dit te maken had met de rugwind en het feit dat er destijds minder kilometers kasseien waren dan tegenwoordig. Men vergeet er dan bij te vermelden dat het materieel, de trainingsmethoden en de medische begeleiding destijds vele malen minder waren dan tegenwoordig.

Die ‘medische begeleiding’ bestond toen ook al voor een gedeelte uit doping trouwens. Post heeft zelf toegegeven dat hij doping had gebruikt, maar eigenlijk is dat niets bijzonders. De meeste wielrenners gebruikten en gebruiken nog steeds. Jan Jansen heeft er destijds na de dood van Simpson zelfs voor gepleit om een bepaalde hoeveelheid doping toe te laten en ook tegenwoordig zijn er mensen die ervoor pleiten om een bepaalde vorm van doping onder medische begeleiding toe te staan om de illegale praktijken te stoppen. Ik denk dat Peter Post ook tot die mensen behoorde.

Peter Post leefde van 12 november 1933 tot 14 januari 2011.
Als baanrenner was hij een groot coureur. Als wegrenner won hij de kasseienklassieker en als ploegleider deed hij de uitspraak: Coureurs moeten niet alleen hard kunnen trappen, ze moeten er ook goed uitzien. Dat is goed voor de moraal.