Plassen onder de douche

Onlangs las ik dat er 4380 liter water per jaar wordt bespaard, wanneer een huishouden één keer per dag minder doortrekt. Een Braziliaanse milieuorganisatie probeert daarom de mensen aan te sporen tot het nemen van een golden shower. Plassen onder de douche dus.
Meteen toen ik dat las, dacht ik dat de mensen in de sloppenwijken van Rio waarschijnlijk helemaal geen douche hebben om onder te plassen. Wij hadden die vroeger ook niet.

Ik ben opgegroeid in Duindorp. Dat is een onderdeel van Scheveningen, maar omdat het wordt omringd door duinen, bos en een haven is het in feite een echt dorp. Ik ben er niet geboren, maar wel getogen, want mijn ouders gingen er wonen toen ik nog maar twee jaar oud was.
We hadden een hoekhuis met zeven kamers. Onze familie bestond uit zes personen.
De huizen in die tijd in Duindorp hadden woonkamers, slaapkamers, een keuken, maar geen badkamer. Je waste je ’s morgens in de keuken met een washandje en als ik in bad moest, dan kwam er een grote teil waar ik samen met mijn jongere zusje in kon. En als je er samen in zit, dan ga je er niet in plassen. Bovendien maakte nog niemand zich druk om het milieu, dus laat staan dat iemand bedacht dat een keer per dag niet doortrekken heel veel liters water zou schelen.
Mijn veertien jaar oudere broer heeft op een gegeven moment een kast in de gang omgebouwd tot een soort wasruimte, maar ook daar was alleen nog maar een wastafel en pas heel veel jaren later kwam er een douche, maar toen was ik het huis al uit.

Na een aantal jaren kwam er tegenover ons huis een zwembad met badhuis. Zonde, vond ik, want we misten nu een stuk duin waar we altijd cowboytje speelden en het uitzicht was ook minder mooi. Maar we konden nu wel gaan douchen in dat badhuis en dat deden we dan ook tweemaal per week.
Zwemmen konden we er niet, want het zwembad was alleen voor schoolzwemmen. Maar alle buurtbewoners gingen er wel douchen.
Nu hadden de douchehokjes deurtjes waar je onderdoor kon kijken en dan keek je in de hokjes tegenover je. Mijn vriendjes en ik waren zo’n negen jaar oud en vonden het dus wel spannend om naar die hokjes te kijken, want daar konden meisjes in douchen, omdat het badhuis maar één ruimte had voor zowel mannen als vrouwen.
Meestal zag je aan de overkant alleen maar voeten en enkels, maar wij jongens hoopten natuurlijk dat er een meisje of vrouw op de grond zou gaan zitten. Dat was spannend.
En op een dag hadden we geluk. De buurjongen in de doucheruimte naast me maakte me er op attent. Een meisje of vrouw was op de grond gaan zitten. Zo te zien was ze al niet zo erg jong meer, want ze had al een hoogpolig tapijt.
Plotseling zag ik een gele straal tussen haar benen. Ze zat te plassen. Ik wist niet wat ik zag.
Dat iedereen in het zwembad plaste wist ik al wel, maar dit vond ik nog smeriger, want anderen moesten daar weer douchen.
Nu weet ik dat het meisje eigenlijk haar tijd ver vooruit was.

Ik moest bij dat schrijven ook weer denken aan de fietsreis van mijn vrouw en mij door Bulgarije.
Het was in 1992. Bulgarije was nog niet zolang bevrijd van de Russen en het was te merken dat er lange tijd een communistische overheersing was geweest.
Alles was namelijk kapot en niemand ging het maken, want alles was toch van de Staat geweest en dus moest de overheid het maar oplossen.
We fietsten veertien dagen door het binnenland en kwamen door het Rodopi gebergte. Pamporovo was een skioord waar we twee dagen verbleven en de ramen van de kamer sloten niet goed. Dat was in de zomer niet erg, maar ik moest er niet aan denken dat we daar in de winter zouden logeren.
In Plovdiv zaten we in een hotel met een enorme hal waarin wel duizend spotjes in het plafond waren bevestigd. ’s Avonds bleek dat er nog maar eentje brandde. Ze waren nooit vervangen, want ze waren toch maar van de Staat.
Bovendien waren in alle hotels de wc’s stuk. Ik heb in iedere ‘badkamer’ de vlotter van de wc moeten repareren omdat deze anders niet doortrok. Wel klimaatvriendelijk natuurlijk, maar het gaat op een gegeven moment zo stinken.
De hoofdprijs was echter voor een hotelletje in Smoljan.
Daar stak een soort pijpje als douche uit het plafond. Op zich niets mis mee, want er kwam water uit als je de kraan opendraaide, maar het pijpje bevond zich recht boven de wc-pot. Je moest daar dus op de pot gaan zitten om te douchen. Ook daar was men de tijd ver vooruit, want je kon niet alleen plassen tijdens het douchen, maar ook poepen en het water spoelde meteen alles weg en dat was maar goed ook, want de vlotter was natuurlijk weer stuk.

Ik denk dat heel veel Brazilianen ook geen douche hebben en ik denk ook dat er misschien wel heel veel zijn die gewoon een plee buiten hebben. Ik vergelijk Brazilië maar met een land als Indonesië.
Toen we in 1993 door Sumatra fietsten en we op het eiland Samosir, gelegen in het prachtige Tobameer, een hotelletje hadden, was de wc van dat hotelletje buiten. Het was een houten huisje op palen en je moest een trappetje op om in de wc te komen. De wc zelf was een gat in de houten vloer. Onder het huisje liepen de varkentjes vrij rond. Echte scharrelvarkens dus. Doortrekken kon niet en hoefde ook niet, want de varkens stonden in de rij om je kont schoon te likken als je zat. En je moest niet alleen zitten bij het poepen, maar als man ook bij het plassen, want staande kon je maar moeilijk in het gat mikken.
Ik denk dat men in Brazilië ook wel van dit soort wc’s heeft. Dat is dus nog goedkoper dan wanneer je wel een echte wc en douche hebt en één keer per dag onder douche plast.

Ik heb trouwens nog wel een paar oplossingen.

-plas de hele dag in een emmer en gooi die één keer per dag leeg;
-plas in de tuin van de buren. Lucht lekker op als je een hekel aan ze hebt;
-als je een plantsoentje tegenover je huis hebt, kun je daar plassen. Maar dan niet in de zandbak voor de kinderen;
-als je samenwoont of getrouwd bent, kun je nog beter samen onder de douche plassen. Dat scheelt twee keer doortrekken;

Jullie merken wel, dat je met een beetje fantasie een hoop water kunt uitsparen. Ik sta open voor nog meer oplossingen.