Afkloppen

Dan hebben ze het wel eens over de oorlog en de honger in de Derde Wereld, maar in de plastische chirurgie gaat ook wel eens wat mis.
Zo was mijn buurvrouw ontevreden over haar borsten. Naar haar smaak veel te klein. Zeg maar, het enige aan haar dat een bescheiden omvang had. Om een idee te geven; ze was zó dik dat zelfs haar ellebogen een decolleté hadden. Dus zou ik als ik buurvrouw was geweest vooral mijn borsten hebben gekoesterd en had ik alles rond die borstpartij juist laten verkleinen.
Maar ach, een mens zijn ziel is een mens zijn leven.
Dus ging zij naar een Poolse plastisch chirurg. Die legde zij in de intake eerst omstandig uit dat ze ‘anderhalf keer meer’ wilde en kwam vervolgens na de ingreep met drie borsten thuis. Hij bleek een tepel op haar onderkin te hebben gezet.

Isabella, een ex-vriendin van mij, was ontevreden met haar dunne lippen. Lippenstift bracht zij aan met een minuscuul penseeltje en alleen bij fel licht en met behulp van een speciale vergrotende spiegel.
Verder had zij een heel dikke kont. En daar zat ze erg mee. Erg vaak zelfs als je het mij vraagt.
Maar die lusteloze lippen, haar mond die niet meer leek dan een kerfje in de toch al overvloedige gezichtshuid, daar kon ze maar moeilijk mee leven.
Ook hier wil ik de zogenaamde ellende in de Derde Wereld enigszins relativeren. Want wat er ook allemaal aan schort daar in donker Afrika; ze kunnen zich daar niet beklagen over dunne lippen.
Dus.
Maar goed, lang verhaal kort. Ook zij naar de plastisch chirurg. Om het vet uit haar reet te laten afzuigen om daarmee haar lippen te laten opvullen. Toen ze terug kwam met haar slappe en hevig rimpelende kont, had haar mond nog het meeste weg van de opstaande randen van een plastic kinderzwembadje. Ze hield er een spraakgebrek aan over en of het nou suggestie was of niet, elke keer als zij uitademde leek het wel of zij de weeë geur van door darmen verteerd voedsel verspreidde. Eén troost; ze had al geen sociale contacten, dus die kon ze ook niet verliezen. 

Ook een Derde Wereld luxeprobleem: lepra. Vallen daar op weer zo’n vrolijke, zorgeloze, zonnige dag de ledematen spontaan van het tanige lichaam af, hier in het zogenaamde rijke westen moeten  we eerst onder zware verdoving alvorens we een been laten afzetten. En dat is een stuk pijnlijker dan zo’n fragiel Afrikaans hongerarmpje dat bij het regendansen nagenoeg onopgemerkt als een dode tak afbreekt.
Ik kom hierop, omdat een vriend van mij zijn been moest laten afzetten. Want ja, hoe gaat dat; je leeft erop los, vreet, zuipt, slempt, zwelgt en eindigt als een zweterig lillende kortademige vleesklomp met overgewicht en suikerziekte. Kortom; we hebben het hier over een tevreden mens die nog daags voor zijn ingreep ontbeet met acht jamdonuts en vier Big Mac-menu’s, tussen twee gulzige happen door geamuseerd kijkend naar zijn zwartgekleurde tenen.
Hier kon plastische chirurgie niet veel meer betekenen. Het afzetten van zijn rechterbeen bleek onvermijdelijk. Ik ga hier niet uitwijden over slepende medische procedures. Feit is dat zijn linkerbeen werd afgezet. De verkeerde dus. Maar hij had zijn handtekening ervoor gezet, dus hij had geen poot om op te staan. En tja, dat rottende rechterbeen moest er toch ook af. Maar ach, zo troostte ik hem, op één been kun je niet lopen. En je hoeft nooit meer je teennagels te knippen met die dikke pens van je. Wat je je niet bespaart aan schoenen en je hebt lekker de ruimte in bed. Nee, ik had zo met hem willen ruilen.

Tot slot vestig ik weer even de aandacht op de Derde Wereld. Weer vraag ik aandacht voor een luxeprobleem aldaar. Alle ellende met droogte en AIDS ten spijt; ze hebben daar in Afrika nou niet bepaald te klagen over de lengte van de penis. Ik herinner me ten minste nog als de dag van gisteren, dat we in de jaren tachtig van de NOVIB lege kabelhaspels moesten inzamelen.
Ik kom wat laat met deze bekentenis, maar wat penislengte betreft voelde ik me vanaf de eerste confronterende puberale situaties in voetbalkleedkamers zwaar onderbedeeld. Ik had er goeie dagen bij, maar meestal voelde hij aan als een pion uit het spelletje ‘Mens, erger je niet’. Dus ik, na veel schroom overwonnen te hebben, naar het ziekenhuis voor een penisvergroting. Dat was vorig jaar vlak voor Oud & Nieuw. Er werd mij nog een goed uiteinde toegewenst, wat in dit verband wel heel toepasselijk was.
Een penisvergroting; daar kon niet zo heel veel mee mis gaan.
En inderdaad, hij is nou zestien centimeter langer.

Alleen dat afkloppen, dat is nog knap lastig met je lul op je voorhoofd.

© Karel Kanit