Vive Le Tour ! (2) De vergeten kampioen

Men stelt soms wel eens de vraag "Wie was nu eigenlijk de beste Tourrenner aller tijden?" Hoewel het uiteraard appelen met peren vergelijken is krijg je dan een antwoord uit het rijtje van de "grote vijf" zijnde Anquetil, Merckx, Hinault, Indurain of Armstrong, of een enkeling die Coppi of Bartali gaat noemen, heel soms krijg je misschien nog een veteraan met lyrische verhalen over Louison Bobet te horen, maar als je deze vraag stelde aan Henri Desgrange of Jacques Goddet, de twee mannen die driekwart eeuw van de Tourgeschiedenis elk aan het roer van deze machtige wielerwedstrijd stonden kreeg je een heel ander antwoord te horen. Zij verkozen elk ene Philippe Thys boven alle hen gekende kampioenen. Wie zeg je? Ja, Thys, de vergeten Tourkampioen …



Wellicht hebben de meeste onder u nog nooit van hem gehoord, maar deze Brusselse renner moet de allereerste super Tourkampioen van de wielergeschiedenis geweest zijn. Hij reed in een mythische tijd zijn successen bijeen. Hij won voor het eerst de Tour in 1913, een bijzonder jaar voor de Tour, want voor het eerst in bijna tien jaar werd er opnieuw met een tijdsklassement (zoals we dat vandaag kennen) gereden. En het was een bijzonder zware Tour, men trok voor het eerst over alle toen bekende en te berijden Pyreneeën en Alpencols, met zelfs als toemaatje nog een passage doorheen de Vogezen. In een tijd dat er zelfs nog beren in de gebergtes leefden. En dat in vijftien ritten, elk minstens 350 kilometers lang over onverharde wegen. Stelt u het zich nu nog maar eens voor. Beestenwerk dus. Het was de Tour waarin de controleurs op de huid van de renners bleven zitten, ten einde alle mogelijke fraude te vermijden. Ploegen met mecaniciens zoals vandaag bestonden niet, wie pech had moest zelf alles herstellen. Meer nog, wie dat niet deed kreeg van de organisatie forse straffen. Het was ook de bewuste Tour van het fameuze "gebroken kader" verhaal, van de renner die het zelf in een smidse naast de weg moest herstellen. Zonder hulp van de smid …



In die tijd reed Philippe Thys dus, in die tijd won hij met overmacht zijn eerste 2 tours, In 1912 werd hij als debutant al meteen 6de, in 1913 en 1914 won hij met een nooit geziene overmacht. In 1913 werd de 3de in het klassement al op meer dan 3 uur gereden. In 1914 droeg hij van start tot finish de leiderstrui. Hij klasseerde zich zelfs in bijna alle ritten in de eerste 5 van de uitslag, maar toch eindigde de Tour nog bijna op een drama voor Thys. In het klassement had hij een voorsprong van meer dan één uur op de Fransman Henri Pélissier. In de voorlaatste rit veranderde hij na een ongeval van fiets en dat leverde hem een straftijd op van een uur. Pélissier zag daardoor zijn achterstand terug gebracht tot één minuut en negenenveertig seconden. In de laatste etappe deed de Fransman er alles aan om de Belg te onttronen. Met veel bravour bleef Thys steeds in de nabijheid van Pélissier rijden en zo finishte hij ook in het Parc des Princes, waar hij voor de tweede maal als eindwinnaar werd gehuldigd.

Toen gebeurde echter het onvermijdelijke in Europa. De Eerste Wereldoorlog onderbrak de wielerloopbaan van "Fluppe" Thys, die zich als vrijwilliger meldde en werd ingelijfd bij het vliegercorps. Hij maakte tijdens de oorlog maar liefst 152 vlieguren, wat voor die tijd enorm was. Hij werd na een wielerheld ook nog eens een oorlogsheld.



Na de oorlog hervatte Thys zijn wielerloopbaan, waarin hij in de Tour nog eens alle puntjes op de i zette. In de verschrikkelijke Tour van 1920 reed hij iedereen de vernieling in. Hij droeg vanaf de tweede rit onafgebroken de leiderstrui, eindigde nooit uit de eerste vijf van het klassement en won vier ritten. Uiteindelijk bereikten slechts 22 van de 113 gestarte renners Parijs. Allen meer dan een uur na Philippe Thys. De kampioen uit Anderlecht.

Jacques Goddet verwoordde ooit de prestaties van zijn jeugdidool als volgt: "Nooit heeft de wielersport een wegrenner zo dapper en compleet als Thys gekend, hij was sneller dan de snelsten, klom goed, demarreerde als de beste en wist precies waar en hoe een extra inspanning moest geleverd worden. Hij was er in alle sprints, in elke ontsnapping en speelde in elke rit een belangrijke rol. Ik besef terdege dat zonder de oorlog hij niet drie keer, maar minstens vijf of zes keer de Tour had gewonnen. Wie weet zelfs nog meer, niemand voor of na de oorlog kon zelfs maar in zijn schaduw staan."

Philippe Thys, in 1922 nam hij als koersbejaarde zelfs nog een keer deel, hij won vijf ritten, maar werd door een wielbreuk voor het klassement weggeslagen. Met wat meer geluk aan zijn zijde had deze "Tourflandrien" misschien wel de geschiedenis in gegaan als een van de allerbesten aller tijden. Nu blijkt iedereen hem al bijna vergeten.



(maandag opnieuw een stukje "Vive Le Tour", dan gaan we het hebben over de legendarische "Tour de Walkowiak" , een waar begrip in het Franse wielrennen)