Kerstmis? Mij niet gezien!

Sinterklaas heeft zijn bisschoppelijke hielen nog niet gelicht, of zijn heel wat minder sacrale naamgenoot laat zich al zien met zijn vette buik en pluizige wattenbaard, in de smoezelige outfit die oogt als een kruising tussen joggingpak en pyjama. Die vooral door de Coca Cola Company vormgegeven Sinta Claus vind ik een schurk. Een smakeloze en boertige vent die het voorzien heeft op mijn gemoed, mijn huis, mijn geld en op veel andere persoonlijke hoedanigheden die mij menswaardig maken.

Die schurk uit Lapland heeft het voorzien op mijn gemoed omdat ik werkelijk walg van de metamorfose die alle winkels bij zijn komst in recordtempo ondergaan. Van de ene op de andere dag flonkert het en flikkert het in winkels alsof het een lieve lust is, ter ondersteuning van de exploitatie van wit- en bruingoed, kleding, toiletspullen, levensmiddelen of gedumpte rotzooi van velerlei soort. In fantasieloze variaties zijn de straten getooid met linten van feestelijk bedoelde sneeuwkristallen of komeetachtige constructies en kerststerren die gespannen zijn van gevel naar gevel. De helft van de lampjes is soms stukgewaaid of heeft anderszins de geest gegeven. Op pleinen, rotondes en dode hoeken worden kerstbomen neergepoot of reeds bestaande bomen tot kerstboom gepromoveerd om het menselijk tekort te verlichten met zo'n infantiele uitbundigheid dat ze iedere overtuigingskracht missen. Wat mij betreft benadrukken ze alleen maar de mistroostigheid van de wintertijd.

Die aan overgewicht lijdende Finse dronkaard heeft het voorzien op mijn huis omdat ik als autonome Nederlander moeilijk achter kan blijven in kuddegedrag. Dit om te voorkomen dat ik word verdacht tot een of andere groepering te behoren die angst wil zaaien onder onschuldige burgers. Om te voorkomen dat de AIVD ook mijn zeer bedenkelijke paden zal gaan natrekken, lijkt het dus geboden, mijn huiskamer te ontsieren met de plaatsing van een boom. Een boom die alleen de eerste dag nog naar Scandinavisch naaldwoud ruikt, maar al snel de kaarsvetachtige damp krijgt van de in veelvoud in huis gebrande kaarsen en theelichten. Primitieve lichtbronnen die om een duistere reden nu en masse moeten worden aangestoken, alsof de mens de uitvinding van de gloeiamp in een bui van nostalgische waanzin wil verdringen. Ja, weemoedig is het kaarslicht wel en als de wijn goed smaakt kan zelfs ik de entourage wel waarderen. Voor het welzijn van de boom is het binnenmilieu echter funest. Na een paar dagen vallen er massaal naalden uit die aan je sokken blijven haken en de stofzuigerzakken doen scheuren. Tegen de tijd dat de uitbundige kerstmaaltijd (wordt het fonduen of gourmetten of steengrillen?) wordt weggewerkt, begint de boom naar onomkeerbaar bederf te ruiken. Dan verlang ik ernaar het ding het liefst nog voor nieuwjaar in de fik te steken. Dat lucht op, zowel letterlijk als figuurlijk, want al die met kunstsneeuw bepoederde ballen, kerststerren en engelenfiguurtjes die in de boom hangen, komen evenzeer de keel uit.

Die boeren latende kerstklaas heeft het bovendien voorzien op mijn geld. Heel veel mensen zijn net als ik opgelucht als die kerel weer met de noorderzon is vertrokken. Toch heeft het er alle schijn van dat hij elk jaar weer uitbundiger moet worden verwelkomd en zijn verblijf met nog meer luister en vertoon moet worden gevierd. Het ene huis wil het andere overtreffen in potsierlijkheid. Ondanks gepeperde (energie)rekeningen wordt de versierdrift ook meer en meer naar buiten verlegd. De bomen in de tuin worden behangen met lichten, ballen en slingers alsof het leven ervan afhangt en geldgebrek geen probleem is. Zelfs de contouren van het huis en de omheining van de tuin worden met lichtslangen benadrukt. Manlief tracht zijn hoogtevrees daarbij te weerstaan op een gammele huishoudtrap, de verscherpte WAO-regeling indachtig. Dit alles leidt tot een hoeveelheid snoeren in en om het huis, dat als je bij de minste onoplettendheid struikelt, de hele zorgvuldig voorbereide en uitgevoerde installatie in elkaar dondert. Honden en katten kunnen voorlopig beter in en om het huis verdwijnen, want ze lopen alles omver of anders zodanig in de weg dat je je nek breekt. Kinderen zullen zich moeten intomen, er mag niet een beetje ruw worden gespeeld en rennen is uit den boze. De blik gaat vanzelf naar beneden, niet vanwege de algeheel neerslachtige stemming, maar om gestruikel over de snoeren, het doorbranden van stoppen of het omvallen van fragiele constructies te voorkomen.

Die rendiermishandelaar heeft het voorzien op mijn psychisch evenwicht omdat de ellende die ik bij deze metamorfose voel normaal gesproken alleen maar enigszins kan worden gecompenseerd door uitzinnig koopgedrag. Het bestaan van hele winkelketens lijkt af te hangen van de koopwoede in deze uitbundige decemberweken. Niets wordt geschuwd om de ontstellende leegte op te vullen, niet alleen met luxe cadeaus voor elkaar maar ook met levensmiddelen, kratten vol met drank, karladingen vol lekkernijen en exquise etenswaren. Wat nog te vergeven zou zijn, als dat alles niet langs de kassa moest. Omdat ik echter in de omstandigheid verkeer, slechts een bijstandsuitkering te ontvangen, moet ik me meestal tevreden stellen met de aanschaf van een doosje bonbons of een goede fles wijn. Maar dan eigenlijk meer om de jaarwisseling en het vertrek van die rendierenbeul te vieren. Terwijl ik minutenlang sta te wachten in de eindeloze rij voor de kassa beleef ik de kerstsfeer ten top: de vertwijfeling en stress in de ogen te zien van al die mensen die zich de benen uit het lijf lopen om het weer tot een groots feest te maken en in tijdnood zijn om alles voor elkaar te krijgen. Het kerstfeest vreet vooral zenuwen en energie.

Wat ben ik blij dat ik meer dan tien jaar geleden besloten heb, niet meer met deze waanzin mee te doen! Zelfs nu ik dit jaar het risico loop door mijn afwijkende gedrag abusievelijk geassocieerd te worden met groeperingen die van (het smeden van) terroristische daden worden verdacht laat ik me niet vermurwen door die terrorist van een kerstvent. Ik sta erboven. Kerstboomhoog. Ook omdat ik als atheïst niets meer heb met de persoon waarom het allemaal is begonnen, Jezus Christus. Wat een gedoe geeft diens verjaardag steeds! Ik krijg zelfs zijn verjaardagskaarten ongevraagd binnen. Toch ben ik beroerdste niet hoor, ik stuur iedereen een kaartje met Happy New Year terug, ook naar die carnivore vreetzak, Santa Claus uit Lapland. Laat hij er volgend jaar maar blijven. Amen.