Historische albums: The Cure - Three Imaginairy Boys (1979)

Voor het historische album van de week reizen we deze week terug naar het jaar 1979. In dat jaar verscheen namelijk Three Imaginary Boys, het debuutalbum van de Britse post-punkband The Cure. Het was de start van een succesvolle band, die tot op de dag van vandaag nog steeds bij velen geliefd is.

Three Imaginairy Boys picture disc

Voor het begin van de geschiedenis van The Cure moeten we terug naar het jaar 1973. The Obelisk was een band, opgericht door studenten van de Notre Dame Middle School in Crawley, Sussex. De band, bestaande uit Robert Smith op piano, Mick Dempsey en Mark Ceccagno op gitaar, Laurence Tolhurst op percussie en Alan Hill op basgitaar, trad slechts eenmaal op. In januari 1976 besloten Ceccagno, Smith en Dempsey om met twee schoolvrienden de band Malice op te richten. Ceccagno verliet al snel de band, om zijn eigen jazz-rockband te beginnen en Smith en Dempsey gingen, samen met Lol Tolhurst en nieuwkomer Porl Thompson verder onder de naam Easy Cure. De band werd vernoemd naar een liedje van Tolhurst.

Easy Cure flyer

In 1977 doet Easy Cure mee aan een talentenjacht en wint een contract bij Hansa Records. De groep kreeg 1000 Britse Ponden om nieuwe apparatuur aan te schaffen en ging op 10 oktober 1977 naar de SAV Studios in Londen om daar een aantal demo's op te nemen. Bij de eerste sessie werden in totaal vijf nummers opgenomen: 'Meathook', 'See the Children', 'I Just Need Myself', 'I Want To Be Old' en 'Pillbox Tales'. Hansa Records liet echter merken dat ze geen interesse hadden in eigen nummers van Easy Cure. De platenmaatschappij zag liever dat de groep covers op zou nemen van klassiekers zoals 'I Fought the Law'. Op 15 november 1977 gaat de band naar de Chestnut Studios om daar, naast covers van The Beatles 'I Saw Her Standing There', David Bowie's 'Rebel Rebel', de eigen nummers 'I'm Cold', 'Little Girl' en een langzamere versie van 'Killing An Arab' op te nemen. Hansa was echter duidelijk over de muziek van Easy Cure: "We don't like your songs. Not even people in prison would like this!"

De Nederlandse tour van eind 1979

Begin 1978 zat Easy Cure nog steeds zonder label. Aan het debacle met Hansa Records had de groep weinig overgehouden. Het tij leek echter te keren toen de groep in contact kwam met Chris Parry, A&R man bij Polydor. Parry had de pest in dat de door hem aangedragen bandjes constant af werden gewezen bij het grote label en had besloten om zijn eigen label Fiction op te zetten. Easy Cure had inmiddels zijn naam verandert in The Cure en was nog steeds bezig met het opnemen van demo's. De opnames uit de Chestnut Studios kwamen via via bij Parry en deze besloot dat het tijd werd om de jongens een contract aan te bieden. In december 1978 maakt The Cure haar vinyldebuut met de single 'Killing An Arab' op Small Wonder Records. De politiek correcte brigades schreeuwden moord en brand vanwege het volgens hun zo racistische thema van 'Killing An Arab' en eisten dat het liedje niet meer op de radio zou worden gedraaid. 'Killing An Arab' was echter gebaseerd op het boek L'Étranger van de Franse Nobelprijs-winnende auteur Albert Camus, waarin het hoofdpersonage Meursault op het strand een Arabier doodschiet.

Standing on the beach.
With a gun in my hand.
Staring at the sea.
Staring at the sand.
Staring down the barrel.
At the arab on the ground.
I can see his open mouth.
But I hear no sound.

I'm alive.
I'm dead.
I'm the stranger.
Killing an arab.

Eind 1978 was The Cure in de Morgan Sound Studios in Willesden, in het noordwesten van Londen begonnen aan de opnames van haar eerste elpee. Morgan Studios was een plaats waar ook veel legendarische albums van artiesten zoals Yes (Tales from Topographic Oceans), Paul McCartney (McCartney), Black Sabbath (Sabbath Bloody Sabbath), Pink Floyd (Meddle) en UFO (onder meer Phenomenon) werden opgenomen. Bij de opnamesessies voor Three Imaginary Boys werden in totaal zo'n 26 liedjes opgenomen. Hieronder zaten ook een aantal demo's die Robert Smith in zijn eentje had opgenomen. Dat de opnames relatief lang duurden kwam omdat de band alleen in de avonduren terecht kon voor opnames. Overdag was de studio namelijk verhuurt aan The Jam die aan This Is the Modern World werkten. Labelbaas Parry gaf aan dat hij de band wilde horen zoals ze ook op het podium klonken. Toen Parry vervolgens aangaf welke twaalf nummers hij op het album wilde zetten was Robert Smith op zijn zachtst gezegd niet blij. Smith wilde een album met alleen eigen materiaal maar Parry stond er op dat ook de Jimi Hendrix-cover 'Foxy Lady' op de plaat zou verschijnen. Hiermee zou Three Imaginary Boys de eerste en ook laatste Cure-elpee worden waarop we een liedje aantreffen met een andere zanger dan Smith. Op 'Foxy Lady' wordt de zang namelijk gedaan door bassist Michael Dempsey.

Three Imaginairy Boys 2

Op 11 mei 1979 verschijnt dan eindelijk de eerste elpee van The Cure. Het staat buiten kijf dat Robert Smith niet in zijn nopjes was over de zuurstokroze hoes met de koelkast en stofzuiger. Smith was zo ziedend dat hij vanaf dat moment alle rechten wilde over zowel het hoesontwerp als de inhoud van alle daaropvolgende plaatuitgaven van The Cure.

10:15 on a Saturday night.
And the tap.
Drips under the strip light.
And I'm sitting in the kitchen sink.
And the tap drips.
Drip drip drip drip drip drip drip drip...

Three Imaginairy Boys

Smith mocht dan kotsneigingen krijgen bij het bekijken van zijn debuutelpee, de muziekcritici dachten daar toch duidelijk anders over. Zo kreeg de plaat vijf sterren van recensist Dave McCullough van het Britse muziekblad Sounds en schreef: "The Cure gaat bij elke track een andere kant op. De ideeën van de band zijn opzienbarend en ontwapenend." Het nummer 'Grinding Halt' noemt McCullough "een popliedje dat je doet denken aan zowel The Isley Brothers als The Buzzcocks." Three Imaginary Boys was een verrassend debuutalbum.

De grootste verrassing kwam echter van Fiction Records. In plaats van promotie te maken voor de elpee Three Imaginary Boys, koos Chris Parry ervoor om een nieuwe single, met daarop 'Boys Don't Cry', uit te gaan brengen. Op 5 februari 1980 verscheen in Amerika de elpee Boys Don't Cry. Op de elpee treffen we treffen we alle nummers van het debuutalbum aan, minus de tracks 'Foxy Lady', 'Meathook', 'So What' en 'It's Not You'. In plaats daarvan horen de Amerikaanse fans de liedjes 'Boys Don't Cry', 'Jumping Someone Else's Train', 'Plastic Passion' en 'World War', waarvan de eerste twee ook op single verschenen.

Three Imaginairy Boys op roze vinyl

In 2004 verscheen een prachtige special edition van het album Three Imaginary Boys. Naast het compleet geremasterde album treffen we een tweede cd vol met niet eerder uitgebrachte demo's, outtakes en live-opnames. Ook staan er opnames op uit de Easy Cure-periode, waarmee dit toch wel een essentieel aandeel vormt voor een complete Cure-verzameling. Op de meeste heruitgaves van het album is het nummer 'Killing An Arab' spoorloos verdwenen. Terwijl Three Imaginary Boys in mei 1979 nog in de schappen van de platenboeren moest komen te liggen, keek Robert Smith al naar de toekomst en was begonnen met het schrijven van nieuwe nummers voor de volgende elpee Seventeen Seconds. Three Imaginary Boys was de aftrap van een geweldig muzikaal avontuur, waarin we nog vele mooie albums en singles van Smith en de zijnen mochten verwachten.