'Nederland moet excuses aanbieden om Srebrenica'

Nederland moet excuses aanbieden aan slachtoffers van de val van de moslimenclave Srebrenica in 1995 en directe nabestaanden van slachtoffers. Dat zei oud-Kamerlid Bert Bakker (D66), die de parlementaire enquêtecommissie voorzat die de val van Srebrenica in 2002 onderzocht, vrijdag in het televisieprogramma Nieuwsuur.

Bakker reageerde daarmee op het vonnis van de Hoge Raad, die vrijdag oordeelde dat de Nederlandse staat verantwoordelijk is voor de dood van drie moslimmannen in 1995 in Srebrenica. De uitspraak van de Hoge Raad verheugt het oud-Kamerlid. Met het vonnis komt volgens hem een einde aan een lange tijd van onzekerheid 'voor de mensen om wie het ging'.

Daarbij doorbreekt het vonnis misschien de politieke huiver die er lang is geweest om verantwoordelijkheid en mede-verantwoordelijkheid te erkennen, zei hij. "Dat is iets waar we het in Nederland toch vaak erg moeilijk mee hebben."

De commissie die Bakker voorzat oordeelde destijds al dat het niet genoeg was wanneer Nederland alleen maar wijst naar de Verenigde Naties of de Serviërs, aldus Bakker. "We hebben daar ook een eigen verantwoordelijkheid gehad. We hebben daar allerlei keuzes gemaakt. Zowel toen we mensen van Dutchbat daar naartoe stuurden, alsook tijdens de val van Srebrenica en als dat zo is, dan draag je ook medeverantwoordelijkheid. En de rechter heeft vandaag geoordeeld dat dat ook betekent juridische aansprakelijkheid. Die duidelijkheid mocht er wel eens komen."

Bakker stelt zelf nooit zo veel te hebben begrepen van de 'huiver' van de Nederlandse regering om excuses aan te bieden. Maar nu de Hoge Raad de juridische aansprakelijkheid heeft vastgesteld, zou het volgens Bakker in de richting van de directe slachtoffers en hun nabestaanden 'heel chique zijn om dat nu ook te laten volgen door verontschuldigingen'. "Dat staat los van het bepalen van de hoogte van de schadevergoeding."