Zaak tegen twee leden Hofstadgroep moet over

De zaken tegen twee vermeende leden van de Hofstadgroep moeten opnieuw worden gevoerd. De Hoge Raad heeft de veroordeling van Mohamed Fafmi B. en Yousef E. dinsdag vernietigd. Beiden werden eind 2010 veroordeeld tot vijftien maanden cel, maar volgens de Hoge Raad is niet goed onderbouwd dat zij bijdroegen aan terroristische activiteiten.

De leden van de Hofstadgroep troffen elkaar in 2003 en 2004 in de Amsterdamse woning van Mohammed B., die in november 2004 Theo van Gogh vermoordde.

Dat Fahmi B. probeerde zijn gedachtegoed op anderen over te brengen en geld inzamelde voor familieleden van geestverwanten in de gevangenis, betekent volgens de Hoge Raad niet zonder meer dat hij een aandeel heeft gehad in het realiseren van terroristische doelen voor de Hofstadgroep.

Yousef E. had mailcontact over de jihad en verzamelde hierover informatie op internet, maar daarmee leverde hij volgens de Hoge Raad geen bijdrage aan terroristische activiteiten. Mede daarom moeten hun zaken opnieuw worden bekeken.

In 2008 oordeelde het hof dat geen sprake is van een terroristische organisatie, maar de Hoge Raad bepaalde later dat het hof het begrip organisatie te beperkt had opgevat. In 2010 oordeelde het hof dan ook dat wel degelijk sprake was van een terroristische organisatie.

Jason W. kreeg met dertien jaar cel de zwaarste straf. Hij gooide in 2004 een handgranaat naar een arrestatieteam dat hem op kwam pakken in het Laakkwartier in Den Haag. Meerdere agenten raakten daarbij ernstig gewond. Ismail A., die bij hem was en ook een granaat in zijn hand had, kreeg 38 maanden cel.

De Hoge Raad heeft de straf voor W. met drie maanden verlaagd omdat de behandeling van zijn zaak te lang duurt.