Gedragscode voor rechters
De gedragscode is opgesteld na een discussie over het dan wel niet combineren van rechtspraak met nevenfuncties. Volgens de code, Leidraad Onpartijdigheid geheten, moeten rechters in alle gevallen hun onpartijdigheid kunnen verzekeren. Tegelijkertijd moeten ze ook maatschappelijk betrokken zijn. Nevenfuncties zijn volgens de leidraad toegestaan, omdat ze de positie in de maatschappij van rechters zouden bevorderen.
Daarnaast raadt de code het af dat een rechter een zaak in hoger beroep behandelt terwijl een eerdere uitspraak door een familielid van de rechter is gedaan. Volgens de Presidentenvergadering gebeurt dit vrijwel nooit, maar is het advies opgesteld om schijnbare partijdigheid te vermijden. Als een rechter denkt dat hij partijdig overkomt, trekt hij zich veelal terug. Anders kan de rechter om opschoning van de zaak vragen.