Snackbar Yvonne

mauriceJJG_columniconAls je wilt weten hoe je buurt is, bezoek dan de dichtstbijzijnde snackbar. Vaak een verzamelplek van buurtbewoners met een voorliefde voor een vette bek. En hoewel ik dat niet hardop mag of zal zeggen (vooral in de buurt van veganisten), typ ik het maar: Mensen die van een vette bek houden zijn de leukste mensen die ik ken.

Ik was al een paar maal langs de Karel Doormanstraat 141 gefietst. De tijd was er blijkbaar nog niet rijp voor want telkens was de zaak gesloten. Wel had ik ontdekt dat er Kwekkeboom kwaliteit werd geserveerd. Mijn hart maakte een sprongetje. Toen ik in Oost woonde, had ik “Carmen” op de hoek; naast bakkerij Damla. Een gezellige tent.
Voordat ik er vertrok werd Carmen verbouwd en was de pret over. Men ging er vreemdsoortige broodjes verkopen.
En nu had ik Snackbar Yvonne om de hoek. Tijdens het opknappen en verhuizen dacht ik vaak na over Yvonne. De zaak moest haast wel vernoemd zijn naar de eigenaresse, anders had het wel Karel's Frietpaleis geheten of iets dergelijks.
Hoe zou Yvonne eruit zien? Was ze blond of een geblondeerde brunette? Was hetero of gay? Had ze een lekker gevuld bloesje? Single of getrouwd? Had ze een gezinnetje? Stond haar man/vrouw achter het frituur en zij aan de toog de klanten te bedienen? Hoe ging ze gekleed? Rookte ze shag, filtersigaretten of helemaal niet? Woonde ze boven de zaak? Zat ze in de buurtcommissie? Kwam ze wel eens in Café De Fluiter verderop in de straat? Was ze katten- of hondenmens? Yvonne bleef een mysterie.
Gesloten was de zaak zielloos. De geur van vers gebakken friet was er niet. Het was een blok steen met een metalen hart. Voor het raam door de zon verschoten foto's met plaatjes van oude menu's. Het valt mij altijd op, maar ik zeg er nooit iets van. En bijna overal zijn die foto's hetzelfde. “Haal die toch weg”, wil ik dan smeken. Verzin iets nieuws! Spring boven de anderen uit en kom met wat nieuws. Iets fris, lekker strak en – als het aan mij ligt – andere kleuren. Dit zal echter niet zo snel gebeuren. Het moet van verre herkenbaar zijn, zoals een café, bakker of fietsenmaker. En misschien hield Yvonne van deze kitsch.

Ondertussen ontdekte ik de buurtsupers. Vergeleken met Amsterdam-Oost (Dapperbuurt), waar Appie heer en meester is, heb je in de Bos & Lommerbuurt veel meer keuze. Maar de Lidl, mijn laatste ontdekking in de Sara Burgerhartstraat 80, viel toch tegen.
Even probeerde ik bij de uitgang naar binnen te gaan. Ik moest echter de schuifdeuren ernaast hebben. De winkelmandjes waren formaat SUV. Handig! Maar de keuze?
Een vriendin van mij uit Huissen zweerde bij hun diepvriesmaaltijden. Die schenen zo ontiegelijk lekker te zijn dat haar woorden bijna proefbaar waren door het scherm van mijn laptop. Vandaar dat ik direct opzoek ging naar de vriesafdeling. Nergens te vinden. En ik ben er toch drie keer doorheen gelopen. Met een illusie minder en een 'aromatherapy set' rijker stapte ik weer op mijn stalen ros. Jammer! Anders kon ik er namelijk na het werk lekker shoppen voor het avondeten. Als ik ooit een hydraulische krik, een tuinset, een paar gympen of lijm nodig heb, weet ik waar ik terecht kan.

##
Het was begin van de avond. Buiten miezerde het lichtelijk. Ik was net thuisgebracht door een kennis waarmee ik naar Rotterdam was geweest. In de koelkast lag proviand voor het avondeten en ineens dacht ik aan Yvonne. Haar beeld was gevormd. Ze moest haast wel op Renée Soutendijk uit de film Spetters lijken. Stoer en zo hetero als maar kan. Eentje die niet op haar mondje was gevallen en elke grap over frikadellen (frikandellen mag ook), kroketten en ballen zo'n beetje wel gehoord had. En onder die olifantenhuid die ze gekweekt had door alle foute mannen die ze na haar tienerjaren had mogen ontmoeten zat een lieve vrouw die van katten hield. Zo'n vrouw die lekker in haar joggingbroek, haar voeten in wollen sokken gestoken, op de bank kon zitten kijken naar een natuurfilm over de Afrikaanse porseleinhoen. En saampjes, met mij tegen haar aan natuurlijk, het ook niet schuwde om een doos tissues weg te werken bij All You Need is Love. (Ik ben namelijk een beetje uitgekeken op griezelfilms, vandaar).
In de Karel Doormanstraat moest ik over enkele plassen “springen”, maar Snackbar Yvonne was wel open. Alsof ik een voorgevoel had. En naarmate ik dichterbij kwam had het menu voor de avond zich al gevormd. Een berenhap en een friet met. Als één van de twee niet deugde, kwam ik die zaak niet meer in, al was Yvonne nog zo heet om aan te raken. Dus hoopte ik stilletjes dat het vet vers was en Yvonne, gestoken in het shirtje van Renée Soutendijk, wist wat ze deed.

Voor de ingang stond een jonge man met een mobieltje aan zijn oor. Hij gunde me een blik waardig en liet me passeren terwijl hij onverstaanbaar in straattaal verder praatte met een harde stem aan de andere kant. Binnen leek de zaak van Yvonne groter te zijn dan het buiten deed vermoedden. Langs het raam tafeltjes en stoeltjes. Her en der posters met snacks en en bladen uit de leesmap opengeslagen op de tafeltjes.
“Zegt u het maar”, zei een vriendelijke stem. Het was van een man. Ik draaide me naar hem toe. Vriendelijke glimlach, zwart haar. Nederlander maar ergens anders geboren. Ik probeerde te ontdekken waar Yvonne was, de vrouw geboren uit mijn rijke fantasie.
“Eh. Eh...”, stamelde ik een blik werpend op de lange lijst snacks met prijzen aan het plafond, “bere..eh..”, rekte ik. Waar was ze nou? Was ze wellicht vrij? “Berenhap met pindasaus en een friet klein met mayonaise.”
“Komt eraan”, zei de man joviaal en ging weer husselen met de lopende bestelling van de jonge man en gooide een berenhap in het vet voor mij. Ik nam plaats op een plastic stoel en bekeek ongeïnteresseerd de bladen die op tafel lagen. Heugelijk en minder heugelijk nieuws uit de wereld van bekende Nederlanders. Vele kende ik niet eens, maar schenen wel heel belangrijk te zijn voor de verkoopcijfers.
“Wellicht zit Yvonne gewoon thuis naar GTST te kijken”, bedacht ik me al bladerend. Natuurlijk! Dat was het. Er was nog hoop dat ik Yvonne ging ontmoeten. Een sprankje, maar dat is voor mij al voldoende.

Ik weet niet eens meer of de berenhap wel de juiste smaak had, de uienringen niet te slap en of de friet wel vers gesneden was en juist was gezouten. Het enige dat telde die avond was dat ik Yvonne zou gaan ontmoeten. Ik voelde me een verliefde tiener. Een héérlijk gevoel.
Regelmatig fiets ik nog langs Yvonne en werp dan een schalkse blik naar binnen. Hopend. De zaak blijkt echter vaker dicht dan open.
Op een dag zal ik er weer binnenstappen. Wanneer dat zal zijn weet ik nog niet.
Een droom moet een droom blijven, niet waar?