Toch toegelaten

Mijn aparte pseudoniem zal u, als u überhaupt weet wie ik ben, naar alle waarschijnlijkheid beter zijn bijgebleven dan de verhalen en reacties die ik in de afgelopen jaren zonder enige regelmaat op FOK! heb uitgebraakt. Wie ben ik? Petertjeprik.

Een taalvirtuoos? Niet echt. Verteller van mooie verhalen? Nee. Persoon met een duidelijke mening? Misschien, maar deze verandert van dag tot dag. Gevierd wetenschapper? Ooit wellicht. Geschikt voor FOK! als columnist? Bert (AKA Superworm), ooit Hauptführer der columnisten, vond van niet. Hoe kom ik hier? Tja. Met een vlotte babbel en een beetje geluk kom je best ver. Mezelf waardig bewijzen? Flikker op. Waarom zou ik?

Betrouwbaar ben ik als columnist absoluut niet. Als ik al een column lever, staat mijn stuk vol spelfouten en is ‘ie niet bepaald op tijd. Drie minuten, drie uur of drie dagen na de deadline. Tijd is relatief. Daarnaast heb ik ook nog eens een grote bek en autoriteit komt niet in mijn woordenboek voor. Mijn toelating tot het columnistenteam is misschien nog dubieuzer, dan mijn columnist-zijn op zich. Bert had mij aanvankelijk, dik drie jaar geleden, afgekeurd. Logisch, zou je zeggen. Ik had echter het geluk hem een dag na mijn afkeuring nog eens te spreken via MSN, terwijl hij een aardig slokje had gedronken en er waarschijnlijk nog een joint in z’n mondhoek hing. Wederzijdse interesse voor muziek en literatuur in combinatie met mijn aangeboren spontaniteit en een scheutje geluk (in de vorm van de sterkedrank die Bert naar binnen had gemikt) maakten mijn baan als columnist een feit.

 Met een vlotte babbel en een beetje geluk kom je best ver.

(Driek: Je column moet wel een punt hebben Peter, een punchline, een clue. Op deze manier valt het niet te publiceren.)

(Peter: Waarom? Hoezo niet?)

(Driek: Beetje actualiteit werkt altijd. Kijk naar mijn columns. Deze: Grieken de nieuwe Marokkanen)

(Peter: Even kijken. Griekenland? Nee. Playboyfoto’s Brit(t)? Nee. Hoe heet die neger ook alweer? Mauro? Owja!)

Over toelating gesproken. De manier waarop Mauro ooit in de Nederlandse samenleving is gedumpt is ook best dubieus te noemen. Acht jaar geleden door zijn moeder in Angola op het vliegtuig gezet en op deze tamelijk primitieve wijze in Nederland terechtgekomen. Hij is een Nederlandse vrouw ‘moeder’ gaan noemen en heeft hier ‘broertjes’ en ‘zusjes’. Dom van hem natuurlijk, maar wat verwacht je van iemand met een VMBO-opleiding. Jezelf bewijzen als Nederlander op zo’n manier? Flikker op. Hij spreekt vloeiend Nederlands met Limburgs accent,  maar kan Mauro foutloos spellen, zoals elke volbloed Nederlander? Net als mijn columns zal hij in ieder geval regelmatig te laat komen. *Insert foute negergrap here*. Jammer genoeg voor Mauro is Bert geen minister van Migratie. Met zijn vlotte Limburgse babbel en een beetje geluk was hij dan best ver gekomen. Hoewel, Angola is ook niet naast de deur.