Glas, plas...eigen schuld
In de rubriek Plat Haags nemen TheGrandWazoo, Driek Oplopers, Luc van Lier, Petertjeprik en harry64 het Nederlandse politieke landschap onder de loep. Vandaag wil Petertjeprik u oproepen om actief het geloof in de democratie te belijden.
Beste Harry,
Een van jouw favoriete politici zei ooit (sec): “Je kan het paard naar de haver leiden, maar als hij bij de haver staat dan moeten het zelf vreten. Daar ligt voor de politiek een taak. Wij zullen de burger moeten overtuigen dat ‘ie zijn verantwoordelijkheid neemt en accepteert; weer zitting neemt in de schoolbesturen, activiteitencommissies, ziekenhuisbesturen, buurtverenigingen, voetbalverenigingen. Dat zijn geen taken voor de overheid, maar voor de burger.” Daarbij citeerde deze politicus tevens zijn idool John Fitzgerald Kennedy: “vraag niet wat uw land voor u kan doen, maar wat u kan doen voor uw land.” Deze woorden zijn gedeclameerd door Pim Fortuyn tijdens zijn acceptatiespeech voor het lijsttrekkerschap van Leefbaar Nederland.
De woorden van Fortuyn, nu meer dan twaalf jaar geleden uitgesproken, hebben sindsdien aan relevantie gewonnen. Waarom? De ledenaantallen binnen politieke partijen, vakbonden, omroepen, kerkgemeenschappen, verengingen en stichtingen laten al jaren een teruglopende trend zien. Vroeger werden deze groepen door politici aangewend voor de dialoog, en lobbyden deze groepen in Den Haag voor de belangen van haar leden. Toegegeven, de tijd waarin veel mensen nog lid waren van deze groepen en verenigingen, was de tijd van de verzuilde samenleving. Mensen hebben de politieke partijen, vakbonden, omroepen en kerkgemeenschappen verlaten omdat ze vonden dat deze niet langer hun belangen behartigden. In de postindustriële samenleving en de wederopbouw na de oorlog veranderde die populistische “wil van het volk” enorm.
In mijn ogen is het teruglopen van die ledenaantallen een foute ontwikkeling geweest. Het is vreemd dat men er voor gekozen heeft om de verenigingen te verlaten in plaats van te proberen hun veranderde belangen binnen deze groepen te betwisten. Wanneer men immers in een echte democratie wil leven, dan heeft de politiek meer nodig dan een stem eens in de drie á vier jaar. Nee, dan heeft zij actieve burgers nodig die ook binnen het verenigingleven bereid zijn om hun belangen te verdedigen Het manifest van bijvoorbeeld een politieke partij is namelijk niet een statisch gegeven, maar wordt voor een groot deel beïnvloed door haar leden. In het kort, als je wilt dat je belangen worden verdedigd en gehoord door de politiek dan moet je deze elke dag actief verdedigen.
Harry, in je column is vaak het stramien: “Wat zijn al die politici toch een hufters. Die hoge heren in Den Haag luisteren niet naar de burger.” Wel, ik zeg dat die burger zichzelf dan maar weer eens actief moet gaan mengen in het politieke debat, meer doet dan één keer in de vier jaar een stem geven, meer doet dan alleen aangeven wanneer hij/zij het ergens niet meer eens is, maar actief zijn/haar visie, ideeën en belangen verdedigt in de politieke partijen, vakbonden, omroepen, schoolbesturen, activiteiten commissies, ziekenhuisbesturen, buurtverenigingen, sportverenigingen.
Onthoud goed dat een land de leiders krijgt dat het verdient. Laten we samen, ook met Driek, de oproep van Fortuyn ten harte nemen en ervoor zorgen dat de burger allereerst de hand in eigen boezem steekt.
Groet,
Petertjeprik